‘Nog 100 betogers in universiteit Hongkong’
In de door de politie belegerde Polytechnische Universiteit in Hongkong zouden nog tussen de zestig en honderd jonge demonstranten zijn achtergebleven. Het complex is door de politie omsingeld. Volgens de autoriteiten zijn de achtergebleven jongeren „gewelddadige relschoppers” en verantwoordelijk voor ernstige ongeregeldheden die zich sinds zondag rond de universiteit afspeelden.
De regeringsleider van het autonome Hongkong, Carrie Lam, heeft geëist dat ze de universiteit verlaten en zich overgeven. Eerder deden zeker achthonderd mensen dat al. Driehonderd minderjarigen zijn naar huis gestuurd. De overigen kunnen jarenlange gevangenisstraffen verwachten.
De protesten en ongeregeldheden duren al vijf maanden en worden steeds gewelddadiger. De protestbeweging is uit op meer democratie en veel minder invloed van China die de toenmalige Britse kroonkolonie Hongkong halverwege 1997 onder voorwaarden terugkreeg. Het protest begon met een groot succes toen Carrie Lam het gehate wetsontwerp van tafel haalde, waarmee verdachten gemakkelijker aan China zouden kunnen worden uitgeleverd.
Maar de beweging wil meer, zoals vrije verkiezingen voor de regeringsleider van Hongkong en voor het parlement van Hongkong. De leider wordt nu door een soort kiescollege van 1200 mensen gekozen en moet de zegen krijgen van Peking. De parlementsverkiezingen zijn ook maar voor een deel vrij.
De demonstranten eisen voorts vrijwaring van vervolging en dat hun manifestaties niet langer als relschoppen worden betiteld. Relschoppers kunnen tien jaar cel krijgen. Ze willen bovendien dat het in hun ogen harde optreden van de politie door een onafhankelijke commissie wordt onderzocht. Lam wil dat de politie dat zelf doet. De protestbeweging eist ook dat de 4 oktober uitgeroepen ingrijpende noodmaatregelen worden ingetrokken.