Grapperhaus belooft spoed bij verruiming DNA-onderzoek
Minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) zal vaart maken met het verruimen van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden.
Dat beloofde hij woensdag aan de ongeduldige Tweede Kamerfracties van VVD en CDA.
De in 2005 van kracht geworden wet verplicht veroordeelden van een delict waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan en aan wie een (voorwaardelijke) vrijheidsbenemende straf, maatregel of taakstraf is opgelegd, tot het afstaan van celmateriaal. Daaruit wordt vervolgens een DNA-profiel opgemaakt dat wordt opgenomen in de Nederlandse databank bij het NFI.
Door deze profielen te vergelijken met profielen die al aanwezig zijn of die in de toekomst aan de databank worden toegevoegd, kan een match ontstaan die van belang kan zijn voor opsporing, vervolging en bewijsvoering.
De praktijk is echter iets weerbarstiger dan de theorie. Zo bleek medio vorig jaar uit onderzoek van Nieuwsuur dat de genetische profielen van meer dan 21.000 veroordeelde criminelen in de landelijke DNA-databank ontbraken. Debet daaraan was dat veroordeelde misdadigers de oproep om DNA af te geven te laat ontvingen, bijvoorbeeld terwijl ze na de veroordeling nog op de oproep wachtten om zich in de bajes te melden, of terwijl ze in afwachting waren van hun hoger beroep. Velen van hen verdwijnen vervolgens uit beeld.
Bekend voorbeeld is Bart van U, de moordenaar van oud-minister Borst. Hij werd in 2012 veroordeeld wegens verboden wapenbezit, maar het afnemen van DNA-materiaal door het OM schoot er toen om onduidelijke reden bij in.
Na de Nieuwsuur onthulling steunde een Kamermeerderheid een oproep van de SGP om al eerder wangslijm bij verdachten af te nemen, bijvoorbeeld bij de aanhouding. De gedachte is dat dit celmateriaal dan al beschikbaar is als de officier van justitie na de veroordeling opdracht geeft om een DNA-profiel te maken en in de DNA-databank voor strafzaken op te slaan.
Grapperhaus ging met dit verzoek aan de slag en liet diverse scenario’s voor een wetswijziging in kaart brengen. Zijn voorkeur gaat uit naar een aanpassing die het mogelijk maakt conservatoir celmateriaal af te nemen van iedere aangehouden verdachte van een misdrijf waar vier jaar of meer op staat. Het gaat dan vooral om mensen die na te zijn verhoord op het politiebureau of na de beëindiging van de in verzekeringstelling (maximaal 6 dagen) naar huis mogen, maar nog wel verdachte blijven. Het celmateriaal wordt in dit scenario ook afgenomen bij verdachten die door de rechter-commissaris in bewaring worden gesteld (maximaal 14 dagen).
Schattingen wijzen erop dat 99 procent van de DNA-profielen van veroordeelden die onder de wet vallen daardoor ook daadwerkelijk in de DNA-databank belanden. Nu is dat 87 procent. Zo’n wijziging zal er naar verwachting verder toe leiden dat er bij ruim 40.000 extra verdachten wangslijm wordt afgenomen. Keerzijde is dat het DNA-materiaal van ruim 17.000 van hen weer vernietigd zal moeten worden, omdat ze worden vrijgesproken of veroordeeld worden voor een lichter feit.
Blijkt deze aanpassing te bewerkelijk of te duur dan wil Grapperhaus de conservatoire afname van celmateriaal regelen voor verdachten die in verzekering worden gesteld.
Uiterlijk medio 2020 wil de bewindsman helder hebben op welke van de twee varianten de beoogde wijziging van de wet uiteindelijk zal zijn gericht. Een en ander is mede afhankelijk van een onderzoek dat inzichtelijk moet maken welke investeringen er nodig zijn voor het opslaan, beheren, transporteren en vernietigen van afgenomen celmateriaal, en voor het verbeteren van de geautomatiseerde gegevensuitwisseling in de strafrechtketen. Om de vaart erin te houden, worden er nog deze maand voorbereidingen getroffen voor het aanbesteden van de onderzoeksopdracht, zo zegde de bewindsman de Tweede Kamer woensdag toe.
Coalitiepartij D66 keerde zich woensdag tegen het aanpassen van de wet. Justitiewoordvoerder Maarten Groothuizen van de partij vindt dat de groep die straks onder de verruimde wet valt onvoldoende is afgebakend. Groothuizen vreest verder dat de duizenden opgeslagen profielen op termijn ook voor andere zaken zullen worden gebruikt dan voor het oplossen van bijvoorbeeld cold cases en ernstige misdrijven.