Politiek

Dader ‘metromoord’ te vroeg op eigen benen

De man die ruim twee jaar geleden een jonge vader doodstak in een Amsterdamse metro, is te weinig in de weg gelegd door de verantwoordelijke instanties. Zij hadden hem nog niet de straat op moeten laten gaan, concludeert de Inspectie Justitie en Veiligheid.

ANP
13 November 2019 14:26Gewijzigd op 16 November 2020 17:29

De schizofrene en gewelddadige Philip O. kwam begin 2017 vrij uit de gevangenis van Vught, terwijl hij nog niet klaar was voor een terugkeer in de maatschappij, oordeelt de inspectie. Terwijl de betrokken instanties op de hoogte waren van zijn psychische problemen en het gevaar dat hij daardoor vormde. Hij kreeg geen begeleiding, omdat hij op een wachtlijst belandde.

Enkele maanden later werd hij gedwongen opgenomen in het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam, vanwege zijn psychiatrische problemen. Het AMC achtte zichzelf uiteindelijk niet de juiste plek om O. te behandelen en wilde hem overplaatsen naar een forensische kliniek. Maar omdat het ziekenhuis niet wist hoe dit geregeld kon worden, lukte dit niet. Op 27 juli ging O. met verlof, enkele uren later stak hij het slachtoffer dood in de metro.

O. kwam in de twaalf jaar voor de moord meermaals in aanraking met justitie. Op 16-jarige leeftijd werd hij al veroordeeld wegens poging tot doodslag, maar hij vertrok naar het buitenland. Ook daar kwam hij meerdere keren met justitie in aanraking. Toen hij terugkwam naar Nederland en opnieuw de wet overtrad, werd de eerdere straf niet uitgevoerd. Verschillende instanties leken zich niet bewust van de eerdere straf, concludeert de Inspectie.

De Inspectie komt met meerdere aanbevelingen. Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) moet ervoor zorgen dat alle organisaties in de strafrechtketen actuele informatie krijgen over opgelegde straffen, en of die zijn uitgevoerd. De Dienst Justitiële Inrichtingen moet meer aandacht hebben voor wat er met gedetineerden gebeurt nadat ze de gevangenis hebben verlaten.

Dekker laat weten de aanbevelingen over te nemen en ook al stappen te hebben genomen om herhaling te voorkomen. GGZNederland beaamt in een reactie dat het „belangrijk is dat zorg- en veiligheidspartners goed samenwerken om binnen de zorg te kunnen op- of afschalen als het gedrag van de patiënt en het risico dit respectievelijk noodzakelijk maken of toelaten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer