Begin december beslissing hof Holleeder
Willem Holleeder hoort op 2 december of zijn strafzaak in hoger beroep bij het gerechtshof Amsterdam blijft, of dat deze naar een ander hof gaat, zoals hij wenst. Dat heeft het Amsterdamse hof gezegd aan het begin van een inleidende zitting in de zaak in de extra-beveiligde zaal van de rechtbank op Schiphol.
Holleeder (61) staat in hoger beroep terecht op verdenking van het geven van een reeks moordopdrachten. De rechtbank veroordeelde hem in juli tot een levenslange gevangenisstraf, conform de eis van het Openbaar Ministerie. Holleeder heeft alle beschuldigingen categorisch ontkend.
Holleeder wil andere rechters op zijn zaak, omdat hij meent dat het Amsterdamse hof hem in het liquidatieproces Passage al schuldig heeft verklaard aan de moord op Kees Houtman en aan deelname aan een criminele organisatie. Dat maakt hem bij voorbaat kansloos, vreest hij. De moord op Houtman staat op de huidige aanklacht tegen Holleeder.
Passage had andere rechters van het Amsterdamse hof dan de drie die op de zaak-Holleeder zitten, maar dat is voor Holleeder niet voldoende garantie voor een onafhankelijk oordeel over zijn zaak.
Holleeders advocaat Sander Janssen licht het verzoek woensdag toe. Holleeder is op de zitting aanwezig. Op de vraag van het hof of hij zelf iets op het verzoek wil zeggen, zei hij dat hij eerst zijn advocaat aan het woord wil laten.
Janssen beklaagde zich uitvoerig over het vonnis van de rechtbank, waaruit volgens hem blijkt dat Holleeder bij voorbaat als schuldig werd beschouwd. De rechtbank heeft in de ogen van de advocaat gekozen voor een „platgeslagen, ééndimensionale, eenzijdige werkelijkheid”. Hij hekelde onder meer de kritiekloze benadering van de rechters van de getuigenverklaringen van Holleeders zus Astrid. „Wat Astrid zegt is gewoon waar, klaar”, aldus de raadsman.
Volgens Janssen is het hof in Den Haag een goed alternatief voor dat in Amsterdam.