LPF–voorzitter Belder had strafblad
LPF–voorzitter Jan Belder is in 1985 veroordeeld voor administratieve fraude. Hij zat indertijd een maand voorarrest uit. Dat heeft Belder zaterdag bevestigd.
De veroordeling is volgens Belder besproken toen hij een bestuursfunctie kreeg binnen de LPF. „Op mijn eerste bestuursvergadering op 21 juni is de veroordeling aan de orde geweest. Het was bekend bij de partij. Nawijn (Tweede–Kamerlid LPF) en Fabius (toenmalig partijvoorzitter) zeiden: dit is een non–issue."
LPF–Tweede–Kamerlid Van As wist niet van de veroordeling van Belder. „Hij had het in de Algemene Ledenvergadering moeten melden. Zo hoort het."
Collega–Kamerlid Nawijn, deze zomer ’toeziend voogd’ bij het LPF–bestuur beaamt dat het verleden van Belder besproken is in het bestuur. „Ik heb Belder toen gevraagd hoe lang het geleden was. Na vier jaar wordt je strafblad geschrapt. Niemand in het bestuur had bezwaar tegen de bestuursfunctie voor Belder." Nawijn zegt dat hij de veroordeling van Belder heeft gemeld aan zijn collega–fractiegenoten.
Belder kan zich niet meer herinneren of hij in 1985 een voorwaardelijke of onvoorwaardelijke straf kreeg voor de bancaire fraude. Behalve een maand voorarrest heeft hij niet in de cel gezeten. „Ik ben toen verhuisd en heb de oproep nooit ontvangen."