Kamer: Kan belofte onderwijs al helpen?
De landelijke stakingsacties in het onderwijs domineren woensdag ook de behandeling van de onderwijsbegroting in de Tweede Kamer. Een deel van de Kamer wil met een plechtige verkiezingsbelofte het onderwijs geruststellen en er zo voor zorgen dat scholen vast lonen durven te verhogen. Maar het leeuwendeel vindt dat niet genoeg of klaagt dat actievoerende leraren zo een rad voor ogen wordt gedraaid.
Het kabinet heeft 460 miljoen euro uitgetrokken voor de komende twee jaar om bijvoorbeeld het alsmaar groeiende personeelstekort terug te dringen. Of scholen ook daarna op het extra geld kunnen rekenen, wil verantwoordelijk minister Arie Slob aan zijn opvolger laten. Maar zo kunnen scholen de salarissen niet verhogen of leraren en onderwijsassistenten aannemen, stellen de leraren. Dan leven ze op de pof.
Oppositiepartij GroenLinks hoopt bij de behandeling van de onderwijsbegroting de patstelling te doorbreken met een gezamenlijke verkiezingsbelofte en krijgt steun van onder andere regeringspartijen D66 en ChristenUnie. Als de Kamer nu al belooft dat het extra geld na de volgende Kamerverkiezingen ook jaarlijks op tafel blijft komen, dan kan het onderwijs daarop rekenen, denken zij. Scholen zouden het dan toch al kunnen uitgeven.
Voor een tribune vol leraren kreeg vooral D66 de volle laag over dat plan. Scholen hebben pas echt zekerheid zodra het extra geld in de begroting staat, zeggen onder andere SP en PvdA. „Dat moeten we dus vandaag regelen.” Ook coalitiepartners VVD en CDA vielen D66-Kamerlid Paul van Meenen aan. Die moet wel „het eerlijke verhaal” vertellen, vindt VVD’er Rudmer Heerema. Nu doet Van Meenen „een belofte die hij niet kan waarmaken”.