Robot voltooit monnikenwerk met handgeschreven Statenvertaling
Amen. Met dat woord klaarde begin oktober de robotarm voor het Dordrechts Museum zijn klus: het kalligraferen van de Statenbijbel. Woensdag werden de zes ‘handgeschreven’ boekrollen overhandigd aan de Dordtse wethouder Piet Sleeking.
Zelfs digitale monniken moeten weleens rusten. Een paar keer in het afgelopen jaar stopte de letterstroom; technische storingen leidden tot onderhoud aan de robotarm. Veel hinder gaf het niet. Begin oktober –bijna een jaar na de start van het project– stond iedere letter van de Statenbijbel op papier. Koning Willem-Alexander zette de robotarm in november 2018 in werking, ter ere van 400 jaar Dordtse synode.
„Een echte trekpleister”, noemde de wethouder van cultuur Sleeking de robotarm woensdag, toen hij de Bijbel ontving uit handen van museumdirecteur Peter Schoon. De arm achter glas was buiten opgesteld op het Hof in het centrum van Dordrecht.
Schoolkinderen
De populariteit van de robot bevestigt ook Marianne Eekhout. Ze was als conservator geschiedenis van het Dordrechts Museum verantwoordelijk voor het project. „Wat mij het meest opviel, was dat iedereen die over het Hof liep –van jong tot oud– ernaartoe ging. Kinderen van de school om de hoek kwamen zeker in het begin dagelijks kijken.”
De conservator is ook positief verrast door spontane reacties. „De Augustijnerkerk staat vlakbij de plaats van de robotarm. Daar heeft men naar aanleiding van dit project besloten dat mensen in de kerk een gratis Bijbel konden ophalen.”
Aanleiding voor het project was de wens om in de publieke ruimte aandacht te besteden aan de synode, vertelt Eekhout. „We kwamen toen terecht bij het Duitse kunstenaarscollectief Robotlab. Zij lieten in het Lutherjaar 2017 de Lutherbijbel door een robot opschrijven.” Met de keuze voor Robotlab was de robot echter nog niet aan het schrijven. „Vroeger werden in Duitsland andere drukletters gebruikt dan in de Nederlandse gebieden”, legt Eekhout uit. „De lettertypes die beschikbaar waren van de Lutherbijbel voldeden daarom niet voor de Statenbijbel.”
Het museum stuurde de Duitsers een voorbeeld van de in 1526 uitgegeven Liesveltbijbel. Op basis van de daarin gebruikte drukletters is de robot geprogrammeerd om de kroontjespen aan te sturen. Zo kon de eerste druk van de Statenvertaling worden gekalligrafeerd. Echter zonder de kanttekeningen, zegt Eekhout. „Dat was te moeilijk, omdat je dan weer met een kleiner lettertype moet werken.”
Zweet
Doel van het kunstwerk was voorbijgangers te laten nadenken over de verhouding tussen de christelijke „schrijfcultuur” en technologische vooruitgang. Daaraan refereerde ook wethouder Sleeking. „De Statenbijbel gaf een aanzet tot de standaardisering van de Nederlandse taal. Veel uitdrukkingen kennen wij nog, zoals werken in het zweet uws aanschijns. Ooit was teksten kopiëren echt een monnikenwerk. Door de mechanisering, automatisering en robotisering zijn er steeds minder mensen die het zweet op hun voorhoofd hebben bij hun werk. Deze Bijbel is daar een voorbeeld van.”
De handgeschreven Statenbijbel wordt toegevoegd aan de collectie van de stad Dordrecht. Sleeking kondigde aan dat de stad zich bezint op andere manieren om „de herinnering aan de synode een blijvende plaats te geven, bijvoorbeeld in de straatnaamgeving.”