Politiek

Politiek wendt zich af van bedrijfsleven

Grote bedrijven hebben de wind tegen. Decennialang konden ze rekenen op vooral CDA en VVD, maar de liefde is bekoeld. In de begroting voor volgend jaar richt het kabinet zich op de middenklasse, ten koste van bedrijven. Een opvallende omwenteling. Werkgeversorganisatie VNO-NCW maakt zich zorgen. De VVD is de boosdoener.

Niels van Leeuwen en Gerard Vroegindeweij
16 October 2019 20:50Gewijzigd op 16 November 2020 17:16

„Ik voel tot in het diepste van mijn vezels dat het een goed idee is om de dividendbelasting af te schaffen.” Dat zegt premier Mark Rutte een jaar geleden bij de algemene politieke beschouwingen. Hij is overtuigd van zijn verhaal: afschaffen van die belasting voor bedrijven zorgde voor een goed vestigingsklimaat voor grote ondernemingen.

Hij staat niet alleen. Ook de fractievoorzitters Klaas Dijkhoff (VVD) en Sybrand Buma (CDA) verdedigen het plan hartstochtelijk. Dijkhoff noemt het besluit, dat de overheid jaarlijks 2 miljard euro kost, „belangrijk om de economie op de lange termijn sterk te houden.”

Ook Buma ziet het nut van het afschaffen van de dividendbelasting. „Het is belangrijk om de positie van het bedrijfsleven te versterken. We moeten zorgen dat internationaal opererende bedrijven in Nederland komen en blijven.”

Het komt de rechtse partijen op felle kritiek te staan. „Een gok”, noemt Lodewijk Asscher (PvdA) het besluit. Een adequate onderbouwing van de beslissing om de belasting af te schaffen, zou volgens hem ontbreken. De coalitie houdt in eerste instantie vast aan zijn standpunt, al noemt CU-leider Gert-Jan Segers het idee „een meloen die we door moeten slikken.”

Het is een discussie die duidelijk de invloed van de VVD in het politieke speelveld laat zien. Feitelijk gezien is een meerderheid geen voorstander van de maatregel, maar de liberalen krijgen het toch voor elkaar. Het kapitalisme viert hoogtij.

Bakzeil

Een paar maanden later moet de partij, onder zware politieke druk, toch bakzeil halen. De dividendbelasting wordt toch niet afgeschaft. Later blijkt dat premier Rutte contact heeft gehad met voorman Han Polman van Unilever. Dat bedrijf neigt naar een verhuizing van het hoofdkantoor naar Nederland. Dat gaat uiteindelijk niet door, waardoor Rutte de behoefte niet meer voelt om het bedrijfsleven een voordeeltje te geven.

Inmiddels, ruim een jaar later, waait de wind stevig de andere kant op. In de begroting voor volgend jaar neemt het kabinet een aantal maatregelen die het bedrijfsleven moet slikken. Zo wordt de winstbelasting niet verlaagd, in tegenstelling tot eerdere voornemens. Ook kunnen multinationals verliezen uit het buitenland niet langer van winsten die ze in Nederland boeken, aftrekken. Door dit systeem hoefden bedrijven als Shell jarenlang geen winstbelasting te betalen. Het kabinet maakt daar vanaf volgend jaar een einde aan.

Bij de algemene politieke beschouwingen van dit jaar zet de VVD dan ook vol in op de middenklasse, tot verrassing van de oppositiepartijen. Dijkhoff vertelt een verhaal over de randen van het rauwe kapitalisme, waardoor werknemers in de knel kunnen komen en bedrijven ongehinderd hun gang kunnen gaan. De overheid moet meer als marktmeester optreden, vindt Dijkhoff. De linkse oppositie is verbaasd, maar ook tevreden. „Ik zie een VVD-leider die afstand neemt van de politiek die tientallen jaren door uw partij is gevoerd en dat u afstand neemt van het grote bedrijfsleven”, zegt Jesse Klaver van GroenLinks.

Nu ook het CDA en de VVD zich niet meer richten op het grote bedrijfsleven en daarvoor opkomen, is het politieke speelveld opvallend eensgezind. Vrijwel alle partijen vinden de maatregelen in de begroting goed; minder geld voor het bedrijfsleven, meer voor de middenklasse. Het levert een eentonige algemene politieke beschouwingen op. Maar het roept ook een vraag op: wie in de politiek behartigt nog de belangen van het grote bedrijfsleven?

Vestigingsklimaat

Geen enkele partij stelt vraagtekens bij de maatregel om de winstbelasting niet te verlagen en welke effecten dit kan hebben op winsten en banen. Vorig jaar werd nog driftig gesproken over het vestigingsklimaat voor grote bedrijven. Dit jaar: geen woord. Werkgeversorganisatie VNO-NCW en MKB-Nederland stellen daar stevige vraagtekens bij. „De overheid voert fiscaal jojobeleid, terwijl ondernemers zekerheid nodig hebben”, reageert voorzitter Jacco Vonhof van MKB-Nederland op de begrotingsplannen. Is in het regeerakkoord uit 2017 nog afgesproken dat de winstbelasting zou worden verlaagd, twee jaar later wijzigen de plannen weer.

VNO-NCW vindt dat het vestigingsklimaat voor bedrijven verslechtert. Zo zou het plan om niet langer verliezen uit het buitenland van de winst in Nederland af te kunnen trekken, invloed kunnen hebben op de positie van Nederland als handelsland. Andere landen hebben volgens de organisatie niet voor niets dergelijke regelingen voor bedrijven.

Dat negatieve sentiment steekt het bedrijfsleven wel, zo valt te horen in ondernemerskringen. De politiek zou vergeten dat het geld eerst moet worden verdiend voordat het kan worden uitgegeven. Nu wordt beleid gevoerd dat alle kanten opwaait, stellen ondernemers. Dan weer worden belastingen verhoogd, dan weer verlaagd.

Deze opinie lijkt voorlopig aan dovemansoren gericht. De politieke tijdgeest waait in de richting van de middenklasse, de „gewone, hardwerkende Nederlander”, zoals dat in Den Haag ook wel wordt omschreven. Van links tot rechts richten de partijen zich op deze groep, soms ten koste van bedrijven.

Toch is Nederland niet uniek in het negatieve sentiment tegen bedrijven, zo laat een analyse van VNO-NCW zien. Onder meer in de Verenigde Staten valt deze trend ook waar te nemen. De werkgeversorganisatie denkt dat dit komt door een aantal wereldwijde trends als globalisering en technologische ontwikkeling. Ook zou de onzekerheid na de grote economische crisis van 2008 nog naijlen in de politiek. Nu steeds meer contracten flexibel zijn, wordt de baanzekerheid van mensen verkleind, ziet de organisatie.

Door de ruk naar de middenklasse van de VVD wordt het druk in het politieke midden. Veel partijen richten zich op dezelfde groepen kiezers. Het bedrijfsleven delft voorlopig het onderspit.

Dijkhoff aanjager van nieuwe VVD-koers

VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff (38) is degene die de koers van de VVD ten aanzien van het grote bedrijfsleven wijzigde. Hij zoekt naar manieren om zich als toekomstig opvolger van liberaal voorman en premier Rutte te profileren.

Dijkhoff werkt sinds zijn aantreden als fractieleider in oktober 2017 aan een eigen profiel. De Brabander opereert heel anders dan zijn voorganger, Stef Blok, de huidige minister van Buitenlandse Zaken. Die paste vooral op de winkel.

Volop aandacht krijgt Dijkhoff in september vorig jaar als tijdens de algemene politieke beschouwingen het plan oppert om in probleemwijken misdrijven twee keer zo zwaar te straffen als in de rest van het land. Ook zouden gezinnen aldaar verplicht moeten worden om de Nederlandse taal en cultuur te leren. Een storm van kritiek is zijn deel, maar tijdens het debat blijft hij wel overeind.

Naar aanleiding van zijn plan voor probleemwijken verschijnt er kort na de algemene beschouwingen een interview met Dijkhoff in NRC Handelsblad. Daarin licht hij de achtergrond van zijn voorstel toe. De kop van het artikel luidt: „Ik wil niet aan de ketting van Rutte III.” Dat zegt genoeg.

Een half jaar na de presentatie van het wijkenplan, in april dit jaar, brengt Dijkhoff het manifest ”Liberalisme dat werkt voor mensen” naar buiten. Daarin presenteert hij een middellange termijnvisie voor de koers van zijn partij. De hoofdboodschap van het manifest is dat de partij niet naar rechts, richting Forum voor Democratie, opschuift. Die partij versloeg in maart bij de Provinciale Statenverkiezingen nipt de VVD.

Redelijke midden

Uit het manifest van Dijkhoff valt op te maken dat de VVD opschuift van rechts naar het redelijke midden. De VVD kiest voor de middenklasse van Nederland en het midden- en kleinbedrijf (mkb), schrijft Dijkhoff in zijn manifest. Volgens Dijkhoff is het de taak van de overheid om op te komen voor Nederlanders die zijn benadeeld door „graaiers” en bedrijven. Ook vindt de liberaal dat bedrijven die nu veel verdienen, soms te weinig teruggeven aan de samenleving.

De huidige politiek leider, premier Rutte, heeft geen bezwaren tegen de lijn van de fractievoorzitter. Integendeel. Tijdens een VVD-festival –zo heten de politieke congressen van de liberalen tegenwoordig– in juni brak ook hij een lans voor de middenklasse en voor mensen met „een heel normaal salaris.”

Rutte gaf grote bedrijven onder uit de zak. Ze moeten hun werknemers hogere lonen geven: „De winsten klotsen tegen de plinten op. Dan kan het niet zo zijn dat alleen de salarissen van de topmannen echt stijgen.”

Dat dreigement maakte het kabinet ook waar. In de begrotingsplannen voor komend jaar zit een aantal plannen die nadelig uitpakken voor het bedrijfsleven (zie linkerpagina).

De verschuivingen bij de VVD gaan overigens verder dan alleen een andere kijk op het bedrijfsleven. De partij maakt ook op andere terreinen een beweging naar het politieke midden. De totstandkoming van een kinderpardon en een CO2-heffing voor bedrijven was tot voor enkele jaren niet denkbaar. Starheid kan de VVD onder Dijkhoff en Rutte in ieder geval niet worden verweten.

Prof. dr. Gerrit Voerman, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, denkt dat de kritiek op het bedrijfsleven binnen de VVD is gegroeid na het debacle rond de dividendbelasting. „Nu richt de partij zich nog sterker dan eerder op de hardwerkende Nederlander. Dat is ook echt een VVD-thema, maar daarmee richt de partij zich ook op de middenklasse. Daar is voor de VVD electorale winst te behalen, want de middenklasse vormt het grootste segment van de samenleving. De partij zoekt nu duidelijk aansluiting bij de onvrede van de middenklasse over de achterblijvende loonsverhogingen. En dat past ook prima in het VVD-verhaal dat hard werken beloond moet worden.”

Volgens Voerman maakt de VVD zich wel kwetsbaar voor Forum voor Democratie door kritiek te uiten op het bedrijfsleven en bij het klimaatbeleid mee te buigen met de linkse partijen. „De VVD zit in een spagaat. De partij kan qua coalitievorming alleen maar naar het politieke midden kijken. De liberalen hebben de PVV na het debacle van 2012 uitgesloten en met FVD haalt de VVD voorlopig geen meerderheid.”

Maar electoraal gezien blijft de VVD volgens de hoogleraar wel naar rechts kijken. „Kijk naar het verhaal over de wederkerigheid dat mensen met een uitkering en migranten zich nuttig moeten maken voor de samenleving. Dat is een rechts geluid. Daarmee wil de partij kiezers van rechts behouden. Dat de VVD FVD ziet als de grote concurrent, bleek wel in de aanloop naar de Statenverkiezingen eerder dit jaar. Toen nodigde Rutte Baudet op de avond voor de verkiezingen uit voor een een-op-een-debat. Dat zegt genoeg.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer