Drenkeling Jan Zwart ontmoet na 60 jaar zijn redder
Met diepe dankbaarheid kijkt hij terug op zijn redding van de verdrinkingsdood. Jan Zwart: „Ik zie duidelijk Gods leiding.” Na 60 jaar ontmoet hij voor het eerst weer het meisje dat hem redde. Een emotioneel weerzien.
Het is 5 juni 1959. Een prachtige dag. Jan Zwart, geboren en getogen Zaankanter, fietst als 8-jarig jochie langs de Zaan, ter hoogte van Prins Hendrikkade in Zaandam. In een moment van onoplettendheid raakt hij van het pad af en valt in het water. Paniek! Jan kan niet zwemmen.
De kleine jongen belandt precies achter de draaiende boegschroef van een afgemeerd schip. Drie keer komt hij weer boven. Dan verdwijnt hij definitief in het smerige water. „Ik zag mijn leven in een korte film aan me voorbij trekken”, vertelt Zwart ernstig. Zijn keel is dichtgeknepen.
Op dat moment fietst de 19-jarige Aly Swolfs nietsvermoedend vanuit haar werk naar huis. Opeens hoort ze een vrouw schreeuwen. „Een kind in het water!” Aly bedenkt zich niets, gooit haar fiets van zich af en duikt vanaf de kade, 2 meter naar beneden, het water in.
Aly slaagt erin de jongen te grijpen. „Ik had ’m.” Ze trekt Jan uit de diepte omhoog. Een schipper steekt de twee een pikhaak toe. Met de haak weet hij de drenkeling uit het woelige water te hijsen.
Nieuwe pumps
Jan ontsnapt aan de verdrinkingsdood. Een dag later brengt hij ’s avonds met zijn vader een bezoek aan Aly. „Als dank kreeg ik 20 of 25 gulden”, vertelt Aly met een glimlach. In een schoenenwinkel trakteert ze zichzelf op een paar nieuwe pumps. „Die wilde ik zó graag.”
De jaren verstrijken. Zwart volgt een opleiding tot piloot en vliegt voor Mission Aviation Fellowship (MAF) uit naar Colombia. De reddingsactie laat hem echter niet los. Regelmatig knaagt het. Wie was toch dat meisje dat hem van de verdrinkingsdood heeft gered?
Verwoede pogingen om haar op te sporen, lopen op niets uit. Zwart, inmiddels teruggekeerd naar Nederland, speurt in archieven en schakelt het KRO-programma Opsporing Verzocht in. Zonder resultaat. Jan –getrouwd, vader van vijf kinderen, twaalf kleinkinderen– begint met het schrijven van een boek over zijn belevenissen als kleine jongen in Noord-Holland.
Via een alerte archivaris stuit hij op een klein krantenartikel. Dagblad De Typhoon bericht op 6 juni 1959 over de reddingsactie in Zaandam. Het artikel vermeldt ook de naam van zijn redder. Ene Aly Swolfs blijkt zijn leven te hebben gered. Na deze ontdekking weet hij haar uiteindelijk via Facebook te traceren.
Aly Veen-Swols, inmiddels 79 jaar, woont op de eerste verdieping van verzorgingshuis Lambert Melisz in Westzaan. Jan Zwart, nu 68, plant een ontmoeting, zestig jaar na dato. Vrijdag. In Westzaan.
„Best spannend”, bekent Aly Veen, terwijl ze op de gang staat te wachten. Dan hoort ze gestommel achter zich. Ze draait zich om en… staat oog in oog met haar drenkeling. En Jan met zijn redder. „Aaah, Jan”, stamelt ze. Wat leuk. Dát is toch lang geleden… Zestig jaar.” Een hartelijke ontmoeting volgt. „Ik ben er emotioneel van”, zegt Zwart. „Eindelijk gevonden. Ik dacht: Het lukt me nooit.” Hij overhandigt een grote bos bloemen. Een dikke zoen volgt. En nog één. „Ik kan niet uitdrukken hoe dankbaar ik ben.”
Heldhaftig?
Veen troont Zwart mee naar binnen. Naar de bank. Hij slaat z’n arm om haar schouder. Ze houden elkaars hand stevig vast. Is ze een held? De bejaarde dame kijkt vies. „Een held?! Nee, ik heb gewoon gedaan wat ik moest doen. Meer niet.”
De oud-MAF-piloot is dankbaar, ook en vooral richting God. „Ik zie duidelijk Gods leiding in mijn redding. Als Aly vijf minuten later uit haar werk was gekomen, was ik er niet meer geweest.” Geen van de omstanders kon immers reddend zwemmen. „Ik geloof absoluut dat Gods ingrijpen mij heeft gered. Hij had een plan met m’n leven.”
Zwart wil naar de MAF, mensen helpen. Geestelijk, fysiek, sociaal. „Ik heb heel wat mensen van de dood gered. Mensen met slangenbeten, die nog een paar uur hadden te leven. Hup, in het vliegtuig, naar het ziekenhuis. Ik ben gered, om anderen te redden. Dat geloof ik vast.”