Coalitie vijf landen tegen hoger EU-budget
Het aantal lidstaten dat de meerjarenbegroting van 2021 tot en met 2027 voor de EU niet wil verhogen neemt toe. Zweden, Oostenrijk en Denemarken sluiten zich aan bij de Nederlandse en Duitse positie om in die zeven jaar niet meer dan 1 procent van het gezamenlijke Europese inkomen te gaan uitgeven, bleek in Luxemburg waar de EU-ministers van Financiën twee dagen bijeen zijn.
Volgens de Oostenrijkse minister Eduard Müller kan de EU niet heen om deze „coalitie van vijf netto-betalers”. „Als de Britten de EU verlaten financieren wij 40 procent van het Europese huishouden. Met die situatie moet rekening gehouden worden.”
Minister Wopke Hoekstra zei dat 1 procent van de opgetelde economieën van de EU-landen „meer dan voldoende” is. Tegelijk moet het meerjarig financieel kader (mfk) zoals de meerjarenbegroting heet, dringend gemoderniseerd worden, zei hij. „Laten we met de 21e eeuw beginnen, met thema’s als innovatie, klimaatverandering en grensbewaking.”
De Europese Commissie heeft ondanks de financiële aderlating door de brexit een begroting voorgesteld van bijna 1300 miljard euro, zo’n 300 miljard meer dan voor de periode 2014-2020. Dat komt neer op 1,11 procent. Het Europees Parlement legt de lat zelfs op 1,3 procent. Brussel wil bovendien geleidelijk de kortingen voor netto-betalers afschaffen. Dat scheelt Nederland jaarlijks ongeveer een miljard euro.
Volgens EU-commissaris Günther Oettinger (begroting) moet de begroting wel groeien om aan alle wensen van de lidstaten te voldoen, waarschuwde hij woensdag in Brussel. De EU-lidstaten moeten het unaniem eens worden over het mfk.