Buitenland

Witte Huis en vice-president Pence gedagvaard

Drie onderzoekscommissies van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden hebben vrijdag het Witte Huis officieel gedagvaard. De eis: het overhandigen van alle documenten die verband houden met de contacten tussen president Trump en zijn Oekraïense collega Zelenski.

4 October 2019 22:45Gewijzigd op 16 November 2020 17:09
President Donald Trump en vicepresident Mike Pence. beeld AFP
President Donald Trump en vicepresident Mike Pence. beeld AFP

De commissies hebben deze opmerkelijke stap genomen omdat het Witte Huis tot nu toe weigert in te gaan op eerdere verzoeken om het verslag van een omstreden telefoongesprek tussen Trump en Zelenski vrijwillig beschikbaar te stellen. De voorzitters van de drie commissies schrijven in een toelichting: „Het spijt ons dat president Trump ons –en het land– in deze positie heeft geplaatst. Maar zijn handelingen hebben ons geen andere keus gelaten dan deze dagvaarding.” Het Witte Huis krijgt tot 18 oktober de tijd om de stukken aan te leveren.

Als Trump en zijn staf de dagvaarding naast zich neerleggen, zal dat worden beschouwd als het belemmeren van de rechtsgang. Dat wordt dan apart als een belastend feit toegevoegd aan de aanklacht, zo verklaarden de voorzitters van de bevoegde commissies vrijdag. Zij beschouwen een dergelijke weigering dan ook als bewijs voor het gelijk van de klokkenluider die meldde dat Trump Oekraïne onder druk heeft gezet om onderzoek te doen naar zijn politieke rivaal Joe Biden en diens zoon Hunter.

De commissies vragen niet alleen naar het verslag van het omstreden telefoongesprek, maar ook naar de documenten over de Kiev-contacten die stafchef Mick Mulvaney in bezit heeft. Verder willen ze weten wie er allemaal heeft meegeluisterd met het telefoongesprek tussen Trump en Zelenski. Meestal luisteren bij dergelijke telefoongesprekken niet alleen tolken maar ook adviseurs en medewerkers van de CIA mee. Na enig aandringen heeft in ieder geval minister Pompeo van de Buitenlandse Zaken deze week gezegd dat hij er bij was. Duidelijk is dat de onderzoekscommissies deze namen willen weten om die vervolgens te kunnen ondervragen.

Ook vicepresident Mike Pence kreeg vrijdag een dagvaarding waarin de commissies eisen dat hij documenten overhandigt over de Oekraïne-kwestie. Of Pence aanwezig was bij het telefoongesprek, is niet bekend. Tot nu toe werd aangenomen dat Trump zijn vicepresident enigzins buiten deze kwestie hield. Wel heeft Pence in het achterliggende jaar ontmoetingen gehad met Oekraïense functionarissen, maar steeds werd aangenomen dat die vooral bedoeld waren om de relatie tussen Kiev en Washington te onderhouden en dat ze dus niet direct in verband hoefden te worden gebracht met de actuele kwestie. De vicepresident krijgt tot 15 oktober de tijd.

Een woordvoerder van Pence zei vrijdag dat het verzoek van de „nietsnut-Democraten” afkomstig is en daarom „niet serieus” wordt genomen. Trump gaf vrijdag aan dat hij mogelijk eveneens geen medewerking zal verlenen aan het onderzoek. Maar hij laat die beslissing over aan zijn advocaten. Als Pence en het Witte Huis niet meewerken met de dagvaardingen, zal vermoedelijk een juridische strijd losbarsten.

Onderzoeksleider Adam Schiff toonde zich deze week al „ernstig bezorgd” over uitspraken van minister Pompeo. Die suggereerde weonsdag dat zijn medewerkers niet zullen getuigen in het vooronderzoek naar de mogelijke afzettingsprocedure van president Donald Trump. Schiff stelde dat „elke poging tot obstructie, door de minister van Buitenlandse Zaken, Trump of wie dan ook, gezien zal worden als obstructie van het wettelijke recht van het Congres om getuigenverklaringen op te vragen.” Minstens twee van de vijf diplomaten hebben echter verklaard bereid te zijn om achter gesloten deuren een getuigenverklaring af te leggen. Of de andere drie zullen volgen, is nog onzeker volgens Schiff.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer