Kabinet wil naar rol Oekraïne bij MH17 kijken
Het kabinet wil kijken of er verder onderzoek mogelijk is naar de rol van Oekraïne bij de ramp met vlucht MH17. Dat zei minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) in de Tweede Kamer. Een voorstel van het CDA en SP voor het onderzoek kreeg de steun van de hele Kamer.
Blok temperde wel direct de verwachtingen. Het gaat om het luchtruim van Oekraïne en Rusland. „Het is praktisch geen makkelijke opgave.”
Volgens Chris van Dam (CDA) is het onderzoek nodig om „te snappen wat er gebeurd is” op 17 juli 2014 toen vlucht MH17 boven oorlogsgebied in het oosten van Oekraïne werd neergehaald. Dat gebeurde volgens internationaal onderzoek door een Buk-raket die uit Rusland kwam.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) concludeerde eerder dat Oekraïne het luchtruim boven het strijdgebied had moeten sluiten.
De Tweede Kamer toonde zich verder verbaasd dat Blok nog geen contact heeft gehad met zijn Russische collega Sergei Lavrov sinds de uitlevering van de MH17-verdachte Vladimir Tsemach door Oekraïne aan Rusland. De Russische zaakgelastigde is op het matje geroepen, aldus de minister.
Tsemach werd begin vorige maand aan de Russen overgedragen in een gevangenenruil met Oekraïne. Het Openbaar Ministerie had dat graag voorkomen omdat ze Tsemach ter beschikking wilde houden voor het MH17-onderzoek. Het kabinet zei teleurgesteld te zijn door het Oekraïense besluit.
Volgens Kamerleden had Blok eerder in de Kamer de indruk gewekt dat hij op hoog niveau contact met Rusland zou zoeken na de uitlevering om zijn ongenoegen kenbaar te maken. Waarom is geen contact gezocht tijdens de Algemene Vergadering van de VN, vroeg Lilianne Ploumen (PvdA). „Een belletje was op z’n plaats geweest”, meende Sjoerd Sjoerdsma (D66).
Het CDA vroeg zich af of het kabinet wel „scherp genoeg” in de zaak Tsemach is geweest. Oekraïne heeft de prioriteit gelegd bij de geopolitiek en niet bij gerechtigheid voor MH17, zei minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid). Hij sprak van een „bittere werkelijkheid.” Hij noemde de ruil „zout in de wonde van Nederland en vooral de nabestaanden”.