Dat blijkt uit het jaarverslag over 2003 dat dinsdag verscheen. De christelijke organisatie voor internationale vluchtelingenhulp ontving in totaal 14,4 miljoen euro en kon daardoor 10 procent meer besteden aan de doelstelling. ZOA verleent hulp aan vluchtelingen, ontheemden en slachtoffers van rampen in ruim twaalf landen in Afrika, Azië en op de Balkan. Deze hulp bestaat uit noodhulp en wederopbouw.

De extra inkomsten werden onder meer veroorzaakt door particuliere donateurs die vaker de portemonnee trokken. Vooral rondom noodhulpacties werd extra gegeven. Het aantal giften dat niet was gekoppeld aan noodhulp, verminderde echter niet, maar bleef stabiel.

De bereidwilligheid om te geven schrijft O. Kamsteeg, hoofd fondsenwerving en voorlichting bij ZOA-vluchtelingenzorg, toe aan „een trouwe achterban die niet direct wordt beïnvloed door externe factoren als economische neergang.” Uit een onderzoek dat ZOA eind vorig jaar hield, bleek dat de achterban de organisatie „steunt door dik en dun”, aldus Kamsteeg.

Van zogenoemde institutionele donoren ontving ZOA -die vorig jaar haar dertigjarig jubileum vierde- eveneens meer geld. Het ministerie van Buitenlandse Zaken kende de organisatie TMF-financiering toe, een meerjarige subsidie. Ook VN-organisaties als de UNHCR en Unicef doneerden geld.

ZOA begon vorig jaar na een eerdere noodhulpactie een nieuw programma in Liberia. Verder verleent de organisatie onder meer hulp aan vluchtelingen in Darfur (West-Sudan) en Zuid-Sudan.