De tabaksproducent heeft een geschil daarover met de Nederlandse overheid. Verder heeft BAT zelf een zaak aanhangig gemaakt bij de Belastingkamer. Het gaat over dezelfde afdracht, maar dan over de afwikkeling met de Belastingdienst.

Een woordvoerder van het bedrijf heeft dat gisteren bevestigd. Volgens hem gaat het in de rechtszaak over een bedrag van „tienduizenden guldens, iets meer dan een ton.” Bij de Belastingkamer zullen twee zaken dienen. De ene zaak gaat over dezelfde heffing als waarover BAT zich ook bij de rechter moet verantwoorden, over de jaren 1997 tot en met 1999. De tweede zaak, „een akkefietje”, gaat over enkele tonnen. In die zaak maakt BAT bezwaar tegen de accijnsheffing over de jaren 1996-1997.

Voor de rechter moet BAT zich verantwoorden voor belastingfraude. „Belastingfraude heet dat in technische termen ja”, aldus het hoofd juridische zaken van BAT Nederland. „Het is een geschil over accijnsafdracht. We hebben een andere interpretatie van de wetgeving.”

De pijn zit volgens hem in de aanpassing van de accijnzen wanneer de prijs van sigaretten omhooggaat. „De momentbepaling van de aanpassing van de accijns is een ingewikkeld verhaal.” Volgens de woordvoerder gaan de zaken die voor de Belastingkamer dienen over de toepassing van de Belastingwet.

De uitspraak van de rechter is volgens BAT van „groot principieel belang.” Die uitspraak zal de regels voor de afdracht van accijns in de toekomst duidelijker maken. BAT vindt de zaak „erg vervelend.” „We zijn onbezoldigd inner van een miljard aan belasting per jaar. Dat brengt ook risico’s met zich mee.”