‘Pas op voor modegrillen voor dieren’
Dieren hebben het in Nederland de afgelopen 25 jaar steeds beter gekregen, maar er zijn nog „taaie kwesties” waarvoor een oplossing nodig is. Zo zijn eigenaren huisdieren steeds meer menselijke eigenschappen en emoties toe gaan dichten, maar dat kan ten koste gaan van de eigenheid van de dieren en leidt soms tot modegrillen die dieronwaardig zijn. Dat staat in het rapport De Staat van het Dier van de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA), een onafhankelijk adviesorgaan van de regering.
Voor veel Nederlanders zijn gezelschapsdieren van onschatbare waarde als vriendjes, „soms zelfs bijna als kinderen of levenspartner”. Dat is vaak positief, maar soms is die vermenselijking niet goed. Zo hebben sommige mensen hele gesprekken met hun huisdier. „Wanneer bijvoorbeeld de hond de mooie volzinnen toch niet blijkt te begrijpen, kan dat leiden tot frustratie bij zowel hond als eigenaar - met gedragsproblemen bij de hond als gevolg.”
Die vermenselijking uit zich ook in kleding voor dieren. Dat wordt een probleem zodra de beestjes geen dier meer kunnen zijn, bijvoorbeeld als dat schattige hondenjasje niet vuil mag worden, aldus de raad. Sommige mensen willen dat het lichaam van hun dier een bepaalde vorm heeft, maar die ‘over-typering’ kan leiden tot levenslange gezondheidsproblemen. Onder meer het fokken op extreme uiterlijke kenmerken heeft volgens de RDA dan ook blijvende aandacht nodig.
Verder signaleert de raad dat de veehouderij nog met hardnekkige welzijnsproblemen kampt, zoals staarten couperen en krappe hokken. De raad denkt dat de verschuiving naar een kringlooplandbouw kan worden aangegrepen voor innovaties „waarbij het welzijn en de gezondheid van dieren centraal staan”.
Het omgaan met wilde dieren is ook een discussiepunt, aldus de raad. „Daarbij staan de zorgplicht voor gehouden dieren en de ‘afblijfplicht’ voor dieren in de natuur soms op gespannen voet.” Volgens de RDA zijn nieuwe kaders voor natuurbescherming nodig „die aangeven wanneer de bescherming van populaties en ecosystemen moet worden aangevuld met de bescherming van individuele dieren”.