Madrid wil Franco zo snel mogelijk herbegraven
Dictator Francisco Franco zo snel mogelijk uit zijn mausoleum halen en herbegraven voordat de verkiezingscampagne op 1 november begint. Dat staat bovenaan de agenda van de Spaanse regering, nadat het hooggerechtshof in Madrid dinsdag groen licht gaf voor de opgraving.
Het was een van de eerste maatregelen die Pedro Sanchez aankondigde toen hij in juni 2018 aantrad als premier. Ruim 40 jaar na de dood van Franco in 1975 zou het lichaam van de Spaanse bondgenoot van Hitler en Mussolini uit de basiliek van de Vallei der Gevallenen verwijderd moeten worden.
Dat bleek niet zo eenvoudig. Het plan van de sociaaldemocratische regering oogstte bijval in progressieve kringen en onder slachtoffers van de dictatuur. Maar er kwam heftig verzet van rechtse partijen en media, de Rooms-Katholieke Kerk en de familie Franco. Tot driemaal toe stelde de regering-Sanchez een datum vast voor de opgraving. Eerst zou deze eind 2018 plaatsvinden, daarna in januari 2019 en ten slotte op 10 juni. Juridisch getouwtrek voorkwam steeds dat het regeringsplan –goedgekeurd door het parlement– uitgevoerd kon worden.
Niet alleen de verwijdering van het graf van Franco uit de Vallei der Gevallenen is omstreden. Onenigheid is er ook over de plek waar hij herbegraven zou moeten worden. Als opgraving niet tegengehouden kan worden, wil de familie dat het voormalige staatshoofd (1939-1975) een graf krijgt in de kathedraal van Madrid. Bovendien zouden op- en herbegraving gepaard moeten gaan met militair eerbetoon: volkslied, wapenpresentatie en kanonschoten.
De regering-Sanchez wil daar niets van weten. Het graf van Franco op zo’n drukbezochte plek als de Almudenakathedraal zou veiligheidsproblemen opleveren. Maar het ontgaat niemand dat de sociaaldemocraten willen vermijden dat de aanhangers van de militaire dictator een bedevaartsoord krijgen in het hart van de Spaanse hoofdstad. Zij stellen de begraafplaats van El Pardo aan de rand van de stad voor. Daar ligt ook de echtgenote van Franco begraven.
Tot opluchting van Sanchez besliste het hooggerechtshof dinsdag dat de stoffelijke resten van Franco uit de Vallei der Gevallenen overgebracht moeten worden naar El Pardo. Maar dat wil nog niet zeggen dat dit nu ook meteen kan gebeuren.
In februari trok de Madrileense rechter Jose Yusti voorlopig de vergunning in voor de werkzaamheden die nodig zijn voor de opgraving. Verwijdering van de 2000 kilo zware grafsteen zou een „evident risico” opleveren „voor het geheel van de basiliek” die in de rotsen is uitgehouwen. Tot aan de rechtszaak over deze technische kwestie is de opgraving geblokkeerd.
Rechter Yusti baseerde zijn besluit op een rapport van de Fundacion Francisco Franco, een stichting die het leven en werk verheerlijkt van de dictator. De staatsadvocaat heeft een rapport dat aantoont dat de werkzaamheden juist géén risico vormen.
Behalve de rechter met kennelijke Franco-sympathieën is er nog een hindernis. Om Franco op te kunnen graven uit de basiliek van de Vallei der Gevallenen is toestemming nodig van de kerk. Die toestemming is niet vanzelfsprekend. De abt van het benedictijnenklooster in het complex is vierkant tegen, net als de pauselijke nuntius Renzo Frattini. Maar de regering in Madrid vertrouwt erop dat het officiële standpunt van het Vaticaan uiteindelijk de overhand zal krijgen, dat wil zeggen „volledig respect voor de Spaanse soevereiniteit.”
Weinig kwesties in Spanje zijn zo beladen als de vraag wat te doen met het verleden van het Francoregime. Geen enkel ander Europees land heeft een fascistische leider in een praalgraf liggen. Voor de slachtoffers van Franco en hun nabestaanden is het vonnis van het hooggerechtshof een „kleine overwinning.” Samen met de linkse partijen herinneren zij eraan dat nog steeds meer dan honderdduizend vermoorde tegenstanders van Franco in anonieme massagraven liggen.