Sudan tegen grotere rol Afrikaanse Unie in Darfur
De Sudanese regering heeft maandag een voorstel van de Nigeriaanse president Olusegun Obasanjo afgewezen om troepen van de Afrikaanse Unie een grotere rol te laten vervullen bij het beëindigen van het geweld in de westelijke regio Darfur.
De troepen van de AU in Darfur zijn daar alleen om waarnemers te beschermen, zei de Sudanese minister van Landbouw Majzoub al-Khalifa Ahmad. „De veiligheidstaak is de taak van de regering van Sudan en haar veiligheidsstrijdkrachten”, zei hij.
In de Nigeriaanse hoofdstad Abuja zijn de Sudanese regering en de twee rebellenlegers uit de regio Darfur maandag begonnen aan vredesbesprekingen. Volgens het voorstel van Obasanjo, de huidige voorzitter van de AU, moet de vredesmacht toezien op de ontwapening van de rebellen. Bij de opening van het overleg benadrukte hij dat snel handelen geboden is met het oog op de resolutie van de VN-Veiligheidsraad. Volgens die resolutie heeft de Sudanese regering nog een week de tijd om de situatie in Darfur te verbeteren.
De Sudanese regering moet de Arabische milities (Janjaweed) ontwapenen die in het gebied dood en verderf zaaien onder de zwarte burgerbevolking. Obasanjo zei er niet aan te twijfelen dat deze milities door de regering zelf zijn bewapend. De regering heeft dat altijd ontkend, al meldden de Verenigde Naties vrijdag dat de regering had toegegeven controle te hebben over een deel van de Janjaweed.
De AU heeft een vredesmacht van zo’n 2000 man aangeboden, maar de Sudanese regering heeft daar nog niet haar zegen aan gegeven. Momenteel zijn er ruim 150 man Rwandese AU-troepen in Darfur, ter bescherming van 80 waarnemers. Verder is het de vraag hoeveel de vredesmacht van Obasanjo kan uitrichten in Darfur, een gebied dat ongeveer net zo groot is als heel Irak.
De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Jack Straw, heeft gezegd dat zijn land bereid is een grotere vredesmacht van de AU in Darfur te helpen financieren. Straw reisde maandag naar Khartoem voor besprekingen met de Sudanese president Omar al-Bashir. Dinsdag zou hij een vluchtelingenkamp in Darfur bezoeken.
Beide rebellenlegers, het Sudanees Bevrijdingsfront (SLA) en de Beweging voor Gerechtigheid en Gelijkheid (JEM), hebben zware delegaties naar Nigeria gestuurd. De vorige vredesbesprekingen vonden plaats in Ethiopië en duurden tot 17 juli. Toen liepen de rebellen weg uit het overleg, omdat de regering zich niet aan bestaande akkoorden zou houden. De regering beschuldigde de rebellen er op haar beurt van steeds andere voorwaarden te stellen.
Als gebaar van goede wil heeft de regering in Khartoem aangekondigd het aantal paramilitairen in de regio Darfur met 30 procent te verminderen. Deze paramilitairen, vrijwilligers van het Volksverdedigingsleger (PDF), zijn officieel bedoeld om de strijd aan te binden met de rebellen in Darfur, maar zijn volgens de Verenigde Naties ook betrokken bij het geweld tegen de zwarte burgerbevolking.
Het PDF bestaat sinds begin jaren ’90, valt onder het commando van het leger en heeft een belangrijke rol gespeeld bij de burgeroorlog in het zuiden van het land, die los staat van het conflict in Darfur. Hoeveel paramilitairen er in Darfur zijn, is niet bekend, maar algemeen wordt aangenomen dat het er meer dan 60.000 zijn. Sudan heeft verdere reducties beloofd als de rebellen zich aan een in april gesloten wapenstilstand houden, die beide partijen tot nu toe grotendeels hebben genegeerd.
In Darfur doen zich al jaren kleinschalige conflicten voor tussen de zwarte boerenbevolking en de Arabische nomaden. Het huidige geweld begon nadat het SLA en de JEM in februari vorig jaar in opstand waren gekomen tegen de regering, die het gebied volgens hen structureel verwaarloosde. De regering sloeg terug door de Janjaweed te bewapenen, die de zwarte bevolking verjaagt en hun dorpen platbrandt.