Opinie

Theologenblog: Een cantorij hoort in de kerk. Van een combo is dat maar de vraag

Afgelopen donderdagavond veroorzaakte ik een klein Twitterstormpje in mijn christelijke bubbel. Ik schreef namelijk dat ik er niet blij mee was dat ik tweeënhalve week voorafgaand aan een dienst moest aanleveren wat er gezongen zou gaan worden, zodat het combo genoeg tijd had om te oefenen.

Arnold Huijgen
24 September 2019 15:41Gewijzigd op 16 November 2020 17:03Leestijd 4 minuten
Als een jongenskoor in een traditie van vele eeuwen een evensong zingt, past dat bij de kerk – zowel theologisch als qua gebouw. De Westminster Abbey in Londen. beeld KBC
Als een jongenskoor in een traditie van vele eeuwen een evensong zingt, past dat bij de kerk – zowel theologisch als qua gebouw. De Westminster Abbey in Londen. beeld KBC

Ik zit in een studieverlof dat ik nauwkeurig gepland heb (onder andere door preken en orden van dienst ruim tevoren gereed te maken), en het stoort me dat ik plots opgejaagd word. Zoals een collega graag zegt: „Gebrek aan planning van uw kant leidt niet tot haast van mijn kant.”

Twitter is natuurlijk wel Twitter, dus was het misverstand niet ver. Ik moest begrijpen dat muzikanten tijd nodig hebben, ik moest ze waarderen en de tijd van de ”one man show” was voorbij – wist ik dat dan niet? Dat was mijn punt natuurlijk niet, maar iedereen die wel eens twittert, begrijpt hoe dit werkt en hoe het elkaar versterkt. En eerlijk is eerlijk: in de eerste tweet had ik geschreven dat „het niet gekker moest worden” – voor de Twittergemeenschap een rode lap.

Ik heb me wel afgevraagd of de mensen die op mijn tweet reageerden, niet toch een punt hadden. Niet dat ik me negatief had willen uitlaten over de kwaliteiten van de muzikanten, die ik niet ken. In eerdere gevallen heb ik graag de opzet van de orde van dienst uit handen gegeven aan verantwoordelijke musici, met een beter resultaat dan ik had kunnen bereiken. Dat is het dus niet.

Ik ben er helemaal vóór om goed opgeleide musici aan te stellen in de kerk (liefst met de nodige theologische kennis). Met enige jaloezie kijk ik dan ook naar de anglicaanse traditie, waarin het gebruikelijk is om een organist en een cantor aan te stellen. Het Nederlandse protestantisme is in dit opzicht behoorlijk schraal, en alleen gefocust op de positie van de predikant.

Maar toch…, de twitteraars voelden waarschijnlijk wel goed aan dat er nog iets achter zat. Het hoge woord moet er maar uit: ik vind wel dat er een kwaliteitsverschil is tussen Opwekking en Bach, tussen een combo en een cantorij. Dat wordt natuurlijk al snel elitair gevonden en dat lijkt wel het allerergste tegenwoordig (zeker op Twitter). Maar Beyoncé is lang geen Bach. Een cantorij hoort in een kerk - maar bij een combo is dat minder vanzelfsprekend.

Twee van mijn zonen zongen vorige maand met het Kampen Boys Choir een week lang de evensong in Westminster Abbey. Mijn vrouw en ik waren erbij, en ik gloei na een maand nog na. Niet alleen van trots, maar vooral van verwondering over schoonheid, traditie, kerk. Als een jongenskoor in een traditie van vele eeuwen een evensong zingt, past dat bij de kerk – zowel theologisch als qua gebouw.

Vorige week was ik in Cambridge, op een conferentie waar ik dit blog eigenlijk aan zou wijden. Op zondagochtend in een eigentijdse Anglicaanse dienst, met een stevige, goede preek en Hillsong-muziek (en ja, een combo). ‘s Middags in een prachtige kerk met een eenvoudige evensong; de preek was meer een soort korte oppepper dan verkondiging. Als je die twee nu eens zou kunnen combineren: klassieke kerkmuziek én een stevige preek. Daar lijkt me een behoorlijke evangeliserende kracht van uit te gaan. Want wat een combo in de kerk kan, kan de buitenwacht ook – en misschien wel beter. Maar de kerk heeft een onovertroffen muzikale traditie, die juist in de liturgie tot haar recht komt, en die met de verkondiging een goede wisselwerking kan aangaan.

Tussen het combo en mij komt het wel goed. Als ze nog willen samenwerken met die nukkige gastpredikant natuurlijk, die in al die tijd die hij aan tweets besteedde, allang wat liederen had kunnen uitzoeken.

Arnold Huijgen is hoogleraar systematische theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer