Turkije zoekt naar nieuwe rol in veranderde wereldorde
Turkije is hard bezig zijn dominante positie van weleer te herstellen. Herleving van de gloriedagen van het Osmaanse rijk, is de grote droom van president Erdogan. Daar horen ook kernwapens bij.
Europa maakt vaak de indruk dat het lijdt onder een identiteitscrisis. De joods-christelijke inspiratie, die een hoeksteen vormde van de Europese geschiedenis en cultuur, wordt veelal ontkend. Wat overbleef, waren onder andere schuldgevoelens over het eigen verleden.
Er is de afgelopen jaren veel inkt gevloeid over de politiek van de Turkse president Erdogan, die wordt verweten dat hij het Westen de rug heeft toegekeerd. Hij zou heimelijk dromen van de heroprichting van het Osmaanse kalifaat. In de huidige internationale orde lijkt dit weinig kans van slagen te hebben.
In tegenstelling tot vooral West-Europa, zijn veel Turken juist trots op hun geschiedenis – en dus ook op het Osmaanse rijk. Erdogan heeft zich altijd als een man van het volk gezien. Zijn kracht school vooral in het feit dat hij het gemoed van zijn landgenoten aanvoelde.
Vooral sinds het uitbreken van de Syrische burgeroorlog in 2011, zijn de relaties tussen Turkije en de Verenigde Staten in rap tempo verslechterd. In dit verband wordt meestal verwezen naar de Amerikaanse steun voor de Syrische Koerden. Ankara beschouwt hen als een lokale tak van de verboden Koerdische PKK. Onder de oppervlakte smeulen echter fundamentelere problemen, die Erdogans beleid verklaren.
Na de Eerste Wereldoorlog werd het verdrag van Lausanne ondertekend. Hierin werden onder andere de grenzen bepaald van de huidige Turkse republiek. Die was nog slechts een schaduw van het eerdere Osmaanse rijk. Erdogan heeft bij diverse gelegenheden laten blijken dat hij het verdrag van Lausanne onredelijk vindt, omdat Turkije er bekaaid vanaf was gekomen. Dit verdrag is nu bijna een eeuw oud en sindsdien is de wereld veranderd. Erdogan ziet zijn land als een nieuwe grote mogendheid, die echter tekort wordt gedaan.
Turkije heeft volgens hem daarom het recht om zijn verloren gegane positie op te eisen. De tijdsomstandigheden zijn er gunstig voor. De oude wereldorde van na het verdrag van Lausanne, die werd gekenmerkt door westerse dominantie, lijkt namelijk haar langste tijd te hebben gehad. De invloed van de Verenigde Staten is tanende. Dat gaat gepaard met de opkomst van Aziatische mogenheden – en dan men name van Rusland en China.
Het huidige drama in Syrië dient hierbij als illustratie. Het Westen heeft in Syrië iedere relevantie verloren. Turkije is daarentegen, door een alliantie met Moskou aan te gaan, nadrukkelijk aanwezig in Syrië. In de visie van Erdogan staan we aan de vooravond van een nieuwe wereldorde, waarvan het zwaartepunt in Azië ligt. Turkije dient daarom zijn eigen positie in deze nieuwe wereldorde te definiëren.
Erdogans recente opmerkingen over het recht van zijn land om nucleaire wapens te verwerven, sluiten hierbij aan. Het huidige Non Proliferatie Verdrag was volgens hem onacceptabel, omdat een aantal ondertekenaars van dit verdrag zelf wél over kernwapens beschikt. Hij wees er vervolgens op dat Israël dit Non Proliferatie Verdrag nooit had ondertekend. Of Turkije zich financieel een nucleair programma kan permitteren, valt nog te bezien. Zeker is echter dat landen als Rusland en China hier graag aan zullen bijdragen.