Het kabinet lijkt op Prinsjesdag optimisme te willen uitstralen. Maar de regering zal tegelijkertijd voorzichtig zijn en kanttekeningen plaatsen. De wereld buiten ons land bergt een reeks risico’s voor de Nederlandse welvaart, van brexit en Amerikaans-Chinese handelsoorlog tot nu weer de aanval op de Saudische olieproductie.

In de troonrede zet koning Willem-Alexander de plannen van de regering voor het komende werkjaar uiteen. Meestal geven de eerste alinea’s al uitsluitsel over de teneur van het beleid. Twee uur na de troonrede komt de minister van Financiën met het beroemde koffertje, met daarin de begroting, naar de Tweede Kamer.

Voor dit en komend jaar wordt een voor Nederland „normale” groei verwacht. Het kabinet-Rutte wil dat vooral werknemers erop vooruitgaan. Het kabinet sorteert verder voor op slechtere tijden, door te werken aan een investeringsfonds dat de economie weerbaarder moet maken.

Meteen na de troonrede geven politici van coalitie en oppositie commentaar op de plannen. Ze krijgen hier nog veel meer tijd voor tijdens de zogenoemde Algemene Politieke Beschouwingen woensdag en donderdag in de Tweede Kamer. Dan wordt het kabinetsbeleid onder de loep genomen en door Rutte verdedigd.