Een woordvoerder van het parket in Salzburg zei maandag dat de vijftien mogelijk „nalatig” zijn geweest. De brand eiste 155 levens. Onder de slachtoffers waren twee Nederlanders.

Het onderzoek richt zich op medewerkers van de exploitant van de kabeltrein, op de installateur van een kachel in de trein, op het bedrijf dat branddeuren had geïnstalleerd en op twee ambtenaren die vergunningen voor de skitrein hadden goedgekeurd.

Uit eerder onderzoek was al gebleken dat een oververhitte elektrische ventilatorkachel debet was aan de ramp met de skitrein. Door natuurlijke slijtageverschijnselen is de ventilator van de kachel geblokkeerd en het verwarmingsapparaat oververhit geraakt. Op de brandende kachel druppelde vervolgens vloeistof uit het lekkende hydraulische systeem.

Het daardoor ontstane vuur zette de houten bekleding op de bodem en isolatiemateriaal in brand. Door de schoorsteenwerking van de tunnel verspreidde het vuur zich bliksemsnel en steeg de temperatuur naar 800 tot 1000 graden. Daardoor hadden de wintersporters in de trein geen enkele kans.

De kachel was in strijd met de voorschriften in het treintje ingebouwd. In de gebruiksaanwijzing van het apparaat staat nadrukkelijk vermeld dat het niet in voertuigen ingebouwd mag worden. Verder concludeerde de onderzoekscommissie dat er onvoldoende veiligheidsmaatregelen waren genomen bij de kabelbaan. Zo was de tunnel niet verlicht en waren in het treintje geen blusapparaten aanwezig.

Nabestaanden van de slachtoffers hebben een rechtszaak tegen de exploitant van de trein aangespannen. In totaal eisen zij schadevergoedingen van meer dan 7 miljard gulden.