Nederland vraagt Rusland om MH17-verdachte
Het Openbaar Ministerie heeft Rusland gevraagd MH17-verdachte Vladimir Tsemach uit te leveren. Dat heeft het OM de nabestaanden van de vliegramp laten weten. Nederland betreurt zeer dat Oekraïne de Oekraïense separatist überhaupt aan Rusland heeft overgedragen.
Tsemach kan mogelijk een belangrijke rol spelen in het onderzoek naar en de rechtszaak over het neerhalen van vlucht MH17, vijf jaar geleden. De rebellencommandant zou het bevel hebben gehad over de luchtafweer ter plaatse en de hand hebben gehad in het wegmaken van de fatale BUK-raketinstallatie.
Het OM heeft, volgens het kabinet na zware Nederlandse druk, de kans gekregen Tsemach nog eens te verhoren voor hij naar Rusland vertrok. Dat land is betrokken bij het conflict in Oost-Oekraïne en heeft eerder kritiek geuit op het onderzoek van het Joint Investigation Team (JIT) naar het neerhalen van MH17.
Rusland wilde Tsemach naar verluidt beslist in handen krijgen. Als Tsemach niet op de lijst had gestaan, dan had dat het einde betekend van de onderhandelingen over de grote gevangenenruil waar hij onderdeel van uitmaakte, zei het hoofd van de Oekraïense veiligheidsdienst SBOe in een interview met Interfax-Oekraïne.
SBOe-chef Ivan Bakanov noemde de Russische wens om de separatist in handen te krijgen „bevestiging van de Russische betrokkenheid bij het neerschieten van MH17”. Hij benadrukte dat alles zal worden gedaan om de daders te straffen, maar zei ook dat zijn regering niet het „morele recht” had de gevangenenruil langer uit te stellen.
De relatie tussen Moskou en Kiev is de afgelopen jaren verslechterd. Rusland annexeerde in 2014 het Oekraïense schiereiland De Krim en steunt de pro-Russische separatisten in het oosten van Oekraïne. Die hebben hun eigen ‘Volksrepublieken’ uitgeroepen en erkennen het gezag van de Oekraïense regering niet.