„Nog tienduizenden willen weg uit Darfur”
De VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR vreest dat nog eens tienduizenden zwarte Afrikanen naar Tsjaad zullen uitwijken om aan het geweld van Arabische milities in de Sudanese regio Darfur te ontkomen. Dat heeft woordvoerder Ron Redmond vrijdag gezegd.
Een groep van 30.000 mensen zegt niet in Darfur te kunnen blijven zonder bescherming van vredestroepen van de Verenigde Naties. Een vertegenwoordiger van de UNHCR, Jean-Marie Fakhouri, heeft met leiders van de groep in Sudan gesproken. Het gaat om inwoners van een dorp waarvan de bevolking door de toeloop van ontheemden met tienduizenden is toegenomen. De mensen willen weg omdat ze vrijwel gevangen zitten in hun dorp. Vrouwen die zich buiten het dorp wagen om voedsel te zoeken worden verkracht, de mannen kunnen het dorp niet verlaten omdat dan de Janjaweed de achtergebleven mensen vermoorden.
Er zijn al 180.000 mensen uit Darfur naar Tsjaad gevlucht. De UNHCR kan niet nog eens 30.000 mensen ineens opvangen, zei Redmon.
Het Internationale Rode Kruis zegt dat meer hulp nodig is in Darfur, omdat mensen bang zijn hun dorpen te verlaten om op het land te gaan werken. Met ongeveer 1 miljoen mensen die onder slechte hygiënische omstandigheden dicht bijeen leven, vrezen hulpgroepen voor het uitbreken van besmettelijke ziektes. In kampen in het westen van Sudan zou hepatitis-E zijn uitgebroken. Daarnaast is melding gemaakt van malaria, diarree, luchtweginfecties en geelzucht.
Sudan heeft op 30 juli van de VN-Veiligheidsraad dertig dagen de tijd gekregen om het geweld in Darfur te bedwingen. Volgens het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken is een meerderheid van de leden van de Veiligheidsraad ertegen om na het verstrijken van die termijn onmiddellijk zware sancties op te leggen. De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Jack Straw, reist maandag naar Sudan.