Johnson moet zich voor rechters verantwoorden
De beslissing van de Britse premier Boris Johnson om het parlement langdurig te schorsen wordt aangevochten in drie rechtszaken, die de komende maand dienen.
Een groep van circa zeventig parlementariërs steunt een zaak voor het hoogste civiele hof in Schotland om te voorkomen dat Johnson het parlement vlak voor de brexit buitenspel zet. Die zaak werd al aangespannen voordat koningin Elizabeth woensdag het verzoek om de langere schorsing goedkeurde.
De Schotse rechter besliste vrijdag in een spoedprocedure dat de schorsing vooralsnog niet wordt tegengehouden. Downing Street reageerde verheugd op het vonnis. „De inhoudelijke behandeling is volgende week en er was geen goede reden om de schorsing nu al tegen te houden. Het proces (om het parlement te schorsen) begint pas in de week van 9 september.”
Ook in de Noord-Ierse hoofdstad Belfast is een zaak aangespannen. Een mensenrechtenactivist vreest dat een no-dealbrexit het wankele vredesproces in het Britse gebiedsdeel zal verstoren. Hij heeft ook juridische stappen gezet om de brexit helemaal tegen te houden.
De zakenvrouw en filantroop Gina Miller spande eerder al met succes een zaak aan tegen voormalig premier Theresa May om af te dwingen dat het parlement zou worden gehoord over haar brexitplannen. De zaak die ze in Londen tegen de schorsing voert, wordt gesteund door onder anderen oud-premier John Major en dient volgende week.