Aanraken mag. Mee met een rondleiding voor blinden in het Rijksmuseum
Wie blind is, ervaart een museum op een andere manier. Het Rijksmuseum organiseert daarom iedere maand een speciale rondleiding voor blinden en slechtzienden. Kunstwerken mogen worden aangeraakt. „Ik voel een spiraal, klopt dat?”
Verspreid door de grote hal van het Amsterdamse Rijksmuseum staan een paar kolossale grijze sculpturen. Het zijn ogen, die tegelijk dienst doen als zitbank voor de bezoekers. „Ze wegen zo’n 1500 tot 2000 kilo per stuk”, legt gids Anita Limburg uit. „En ze zijn grijs. Kunnen jullie voelen van welk materiaal de ogen zijn gemaakt?”
Hannes glijdt met zijn handen over het beeld. „Volgens mij is het brons. Is dit de pupil? Dan moet dit het ooglid zijn.”
Iedere maand is er in het museum een speciale rondleiding voor blinde en slechtziende mensen. Deze woensdag telt de groep acht deelnemers: Albert met zijn vrouw Rianne, Hannes en Daniëlle met haar moeder, haar twee dochters en blindengeleidehond Noa.
„Hoeveel zien jullie nog?” vraagt gids Anita aan het begin van de rondleiding. Hannes ziet nog verschil tussen licht en donker, Rianne ziet niets meer en Daniëlle heeft een zicht van drie procent. Ze demonstreert wat dat inhoudt. „Als je je vuist vlak voor je ogen houdt en dan door het gaatje kijkt, zie je ongeveer wat ik zie.” Hannes vertelt dat hij nu op een andere manier contact maakt met mensen dan vroeger, toen hij zijn zicht nog had. „Ik voel veel met mijn handen, al is dat bij onbekende mensen lastig en niet altijd gepast. Daarom vorm ik me vaak een beeld van iemand op basis van zijn of haar stemgeluid.”
Spinnen
Na de introductie in de hal neemt de groep de lift naar boven, naar de Rijksmuseumtuinen toe. In de tuinen staan de beelden van Louise Bourgeois, de vrouwelijke kunstenares om wie de rondleiding van vandaag draait. Ze is vooral bekend door haar grote beelden van spinnen. „Beneden op het grasveld, naast een grote fontein, staat het eerste beeld dat we gaan bekijken”, legt de gids uit.
Ze pakt de arm van Hannes en begeleidt hem de trap af. Albert neemt zijn vrouw Rianne aan de arm. „Rianne, er zijn zes treden naar beneden en de onderste tree is wat breder.” Samen zoeken ze voorzichtig hun weg.
De glanzende, aluminium spin torent meters boven de grond uit. De acht poten van de spin zijn stevig in het gras verankerd. Normaal mogen bezoekers niet aan de kunstwerken komen, maar voor de rondleiding van vandaag wordt een uitzondering gemaakt. Daniëlle, Hannes en Rianne voelen aan het lijfje van het beest en duwen wat tegen de poten aan. Hannes: „Ik voel van die verdikkingen, zijn dat de gewrichten?”
Spinnen worden vaak als enge beesten gezien, vertelt de gids. „Maar niet door Bourgeois. Zij zag ze juist als inspiratiebron. Ze komt uit een familie van tapijtmakers en voor haar is een spin een nuttig beest, bezig om zijn eigen web te maken en altijd bezig met repareren. Ze vergelijkt de spin met haar moeder, als hersteller en beschermer van het gezin.” Er klinkt gelach in de groep. „Lekker complimenteus”, grapt Daniëlle. Een van haar dochters meldt luid dat er net een meisje aan de spin zat dat niet bij de groep hoort. „Dat mag niet, toch?” Hannes: „Dan moet je aan haar vragen of ze blind is.” „Ze spreekt mijn taal niet.”
Veldslag
Het Rijksmuseum vindt het belangrijk om voor iedereen toegankelijk te zijn, dus ook voor blinde mensen. Een museum is voor hen niet altijd een goede ervaring. „Natuurlijk zijn er audiotours, maar op basis van zo’n rondleiding kun je je maar deels een beeld vormen van een kunstwerk. Daarom denken we elk jaar na over een speciale rondleiding voor blinde mensen”, zegt manager toegankelijkheid Cathelijne van den Berg-Denekamp.
Samen met de conservatoren maakt ze de aangepaste rondleidingen en bekijkt ze welke beelden wel en niet aangeraakt kunnen worden. Naast de editie in de museumtuinen is er ook eentje in het museum zelf, die werkt met geuren en geluidsopnames. „Naast een schilderij van de slag bij Waterloo ruik je de veldslag. Een combinatie van buskruit, regen, nat gras en het parfum van Napoleon.”
Van den Berg heeft meer plannen. Zo wil ze een audiotour maken met extra beschrijvingen en heeft ze samen met Stichting Bartiméus net een ‘digitale geleidelijn’ ontwikkeld. De app begeleidt blinde mensen door het museum met behulp van zendertjes die trilsignalen afgeven als ze de juiste route volgen. „Gecombineerd met de audiotour kunnen ze dan zelf hun weg vinden.”
Bovendien moeten er op termijn meer stukken in de collectie van het Rijksmuseum komen die aangeraakt mogen worden, vindt de manager toegankelijkheid. „We zijn bijvoorbeeld bezig met een nieuwe expositie over wrakvondsten. Daar komt een kogel uit de VOC-tijd bij die je kunt voelen en optillen. Ook voor ziende mensen is dat leuk en gaat de geschiedenis meer leven.”
Bijbelverhaal
In de tuin is de groep inmiddels gearriveerd bij het volgende kunstwerk: een sculptuur met de titel ”Blind leading the blind” (De blinde die de blinde leidt).
„Het beeld is een brug met ondersteunende balken”, zegt gids Anita. „Voel maar even. Qua textuur lijkt het op hout, maar het is van koper gemaakt.” Daniëlle pakt met haar handen één van de balken vast. Verbaasd: „Weet je zeker dat dit geen hout is?” Hannes tikt met zijn blindengeleidestok op het beeld. „Nu hoor je dat het koper is.” Daniëlle is nog niet overtuigd en pakt de hand van Hannes. „Dit voelt toch net als een nerf?” Dan, lachend: „Nu ben ik letterlijk de blinde die de blinde leidt.”
Gids Anita legt uit dat het beeld gebaseerd is op een Bijbelverhaal. „Zijn er mensen die een beetje Bijbelkennis hebben? De journalist van het RD misschien?”. Rianne: „Ik ken alleen het verhaal van Lazarus.”
Anita gaat onverstoorbaar verder. „In Mattheüs 15 zegt Jezus tegen Zijn discipelen dat het niet nodig is om hun handen te wassen voor het eten. De Farizeeën en Schriftgeleerden zijn daar boos over. Toen de discipelen dat tegen Jezus vertelden, zei Hij: Indien nu de blinde de blinde leidt, zo zullen zij beiden in de gracht vallen.” Hannes: „Dat is niet bepaald een compliment voor ons.”
Na een korte pauze loopt iedereen verder over het slingerende grindpad van de museumtuin. Naast het pad bevindt zich een grote heg. Albert staat even stil en laat zijn vrouw Rianne aan de bladeren voelen. „Zacht zijn ze, hè?”
Rianne is sinds 2011 blind. De oorzaak: een mislukte oogoperatie. Ze heeft diabetes en kreeg last van haar schildklier, waardoor haar ogen bol werden. De artsen waren bang dat haar hoornvlies beschadigd zou raken en besloten te opereren. „Na de operatie waren mijn oogzenuwen dood.”
Hoe moeilijk was het acceptatieproces? „Dat viel wel mee. Vlak nadat ik blind werd, overleed een zwager van me aan een ernstige ziekte. Toen dacht ik: laat mij maar blind wezen. Ook als je niet ziet, kun je nog een goed leven hebben. Zo geniet ik bijzonder van mijn kleindochter van tien maanden. Albert kan haar beschrijven, en ik kan haar voelen, haar geluidjes horen en haar verhaaltjes vertellen.”
Weegschaal
Met wat hulpmiddelen kan Rianne haar hobby’s gewoon blijven uitoefenen. Zo heeft ze een sprekende keukenweegschaal, als hulpje bij het koken. „Ik gooi er iets in en dan zegt dat ding: This is 285 grams. Het is een Engelse weegschaal, vandaar.”
Daarnaast maakt ze gebruik van een Daisyspeler, een apparaat met luisterboeken. „Ik lees heel veel. Ik ben altijd bibliothecaris geweest, dan hou je wel van boeken.”
Samen met haar man reist ze regelmatig. Vaak zijn dat speciale reizen voor blinden en slechtzienden, maar dit jaar gaan ze voor het eerst met een ‘gewone’ ANWB-reis mee. Een cruise over de Donau. „We gaan het gewoon eens proberen.”
Over de speciale rondleiding van het Rijksmuseum is het stel erg te spreken. „Ik vind het fijn dat ik aan de beelden mag voelen”, zegt Rianne. „Dan krijg ik een beter beeld van het materiaal en de vormgeving. Normaal doen we een audiotour als we in een museum zijn. Of Albert leest de bordjes naast de kunstwerken voor. Maar dat is toch niet hetzelfde.”
Tapijt
Na zo’n anderhalf uur loopt de rondleiding in de tuinen van het Rijksmuseum bijna ten einde. Eén van de laatste stops: een glanzend aluminium beeld dat aan de takken van een grote boom hangt. Om in de buurt te komen, moet de groep eerst een hegje overstappen en door een stuk tuin lopen. Gids Anita helpt Daniëlle over de heg. Hond Noa blijft even achter. Daniëlle: „Ik hoop maar dat ik geen planten beschadig.”
Het beeld weegt ongeveer negentig kilo. „Gelukkig kan deze boom wat hebben”, zegt de gids. Ze legt uit waar het beeld voor staat. „Dit is een uitgewrongen tapijt. Het verwijst opnieuw naar de jeugd van de kunstenares, die opgroeide in een familie van tapijtmakers. Het beeld hangt in een boom als herinnering aan de gewoonte van haar vader om stoelen hangend te bewaren aan de zolderbalken van het ouderlijk huis.”
Rianne gaat met haar handen over het beeld. „Ik voel de vorm van een spiraal, klopt dat?”
Haar man Albert merkt op dat het kunstwerk wel wat vies is en haalt een tissue uit zijn zak om het geheel schoon te maken. Hannes: „Dat geeft niet joh, wij zien het toch niet.”