Botsingen op luchthaven Hongkong
Demonstranten en politie zijn dinsdagavond op de internationale luchthaven van Hongkong met elkaar in botsing gekomen nadat vertrekkende vluchten voor de tweede dag waren verstoord. Het was de eerste keer dat de politie op de luchthaven ingreep sinds de demonstraties daar vijf dagen geleden begonnen.
Toen een gewonde persoon door artsen uit de hoofdterminal was gehaald, braken gevechten uit. Verschillende politievoertuigen werden geblokkeerd door demonstranten, de oproerpolitie trok naar binnen, duwde enkele demonstranten terug en gebruikte soms pepperspray tijdens de verhitte taferelen.
Demonstranten barricadeerden ook enkele doorgangen op de luchthaven met bagagekarren en andere objecten. Ze belaagden op het vliegveld meerdere mensen en hielden hen gevangen, onder wie een journalist die voor een Chinees staatsmedium werkt.
De politie zei te hebben ingegrepen om medische hulp te kunnen verlenen aan een van de mensen die werden vastgehouden. En niet om de betogers uiteen te drijven. Op één moment trok een agent zijn dienstwapen, nadat een betoger zijn wapenstok had afgepakt. Nadat buiten de luchthaven een aantal arrestaties werd verricht, trok de politie zich terug.
De luchthavenautoriteit van Hongkong zei dat de activiteiten op de luchthaven „ernstig waren verstoord” en dat vertrekkende passagiers niet in staat waren de incheckbalies te bereiken. In de loop van de avond keerde de rust grotendeels terug toen een deel van de demonstranten huiswaarts keerde. Enkele honderden bleven in de nacht op de luchthaven.
De aandelenmarkt van Hongkong daalde naar een dieptepunt in zeven maanden tijd. De Verenigde Naties drongen bij Hongkong aan op terughoudendheid naarmate de protesten toenemen.