IJsselmeervissers woedend op Faber
Advocaat J. A. Hoekstra uit Amsterdam en voorzitter J. Nooitgedacht van de Coöperatieve Producenten Organisatie Nederlandse Vissersbond IJsselmeer uit Emmeloord zijn woedend. De boosheid van de IJsselmeervissers geldt staatssecretaris Faber (Visserij).
Hoekstra en Nooitgedacht behartigden dinsdag bij de Raad van State de belangen van 32 IJsselmeervissers, uit onder andere Enkhuizen, Ermelo, Urk, Stavoren, Workum, Makkum en Harderwijk. De vissers en de staatssecretaris kwamen jaren geleden overeen dat de IJsselmeervisserij met 50 procent zou worden gereduceerd. Diverse vissen dreigden namelijk uit ’s lands grootste binnenwater te verdwijnen.
Toen de doelstelling in het jaar 2000 niet gehaald zou worden, bepaalde de bewindsvrouw dat de vissers in mei van dat jaar twee weken in de haven moesten blijven. Ruim 32 vissers hielden zich daar niet aan. Tegen hen is proces-verbaal opgemaakt.
De staatssecretaris besloot dat de 32 in september 2000 alsnog twee weken niet mochten uitvaren. Dat besluit werd door de rechtbank Alkmaar van tafel geveegd, omdat het besluit de vissers te kort van tevoren meegedeeld zou zijn.
Faber is het volstrekt niet eens met het Alkmaarse vonnis en tekende hoger beroep aan bij de Raad van State. Dat werd dinsdag in Den Haag behandeld. De vertegenwoordigers van de vissers betoogden daar dat de doelstelling van 50 procent reductie inmiddels is gehaald. Ze vinden het hoger beroep van de staatssecretaris een zinloze en kostenverslindende procedure, en dat maakt beiden boos. De vertegenwoordigster van de staatssecretaris, J. A. Bootsma, zei slechts in opdracht van het ministerie te handelen en hierop geen commentaar te hebben.
Over een week of zes doet de Raad van State uitspraak in deze zaak. Die wordt door de diverse partijen met spanning tegemoetgezien. Volgens raadsman Hoekstra heeft het openbaar ministerie de dagvaardingen tegen de vissers al klaarliggen. Het OM zou momenteel echter in afwachting van de uitspraak van het Haags rechtscollege pas op de plaats maken. Hoekstra zelf speelt met de gedachte om bij een voor hem gunstige uitspraak van de Raad van State de staatssecretaris namens de vissers te confronteren met schadeclaims.