TNO onderzoekt brandstofstoring Schiphol
Onderzoeksinstituut TNO gaat onderzoek doen naar de grote brandstofstoring die Schiphol vorige week trof. De onderzoekers moeten proberen te achterhalen wat er precies is misgegaan. „Als de oorzaak is vastgesteld, kunnen we ook kijken hoe we dit hadden kunnen voorkomen”, zegt Inge Stegmann, directeur van het bedrijf Aircraft Fuel Supply (AFS), tegen het ANP.
AFS beheert de kerosinetanks en de leidingen op Schiphol. De installaties worden gebruikt om vliegtuigen van brandstof te voorzien. AFS en Schiphol hebben TNO de opdracht voor het onderzoek gegeven. Stegmann: „We gaan afwachten wat het onderzoek naar boven gaat brengen. Er zal ongetwijfeld enige tijd mee gemoeid zijn, het is niet van vandaag op morgen klaar. Maar ik zou verwachten dat het wel voor het einde van het jaar is afgerond.”
Volgens AFS ontstond er op woensdag 24 juli aan het begin van de middag een „technische storing in de elektrische voeding” van de kerosine-installaties. De oorzaak van die storing is niet bekend, het gevolg wel: uit voorzorg schakelde het hele systeem zichzelf uit. „Een safety modus trad in werking”, noemt Stegmann het.
Het AFS-systeem raakte op meerdere plekken beschadigd door de noodstop. „We zijn eerst gaan vaststellen hoe groot de schade was. Daarvoor hebben we het hele systeem door moeten meten. Daarna moet je inventariseren wat er kapot is en wat vervangen moet worden.” Dat kost tijd, net als de reparatie die daarop volgt. „We hebben een helikopter van de Koninklijke Marechaussee speciale onderdelen uit het zuiden van het land laten ophalen”, geeft Stegmann als voorbeeld.
Toen de reparatie klaar was, moest het systeem ook nog worden gecontroleerd, om zeker te weten dat de problemen echt waren verholpen. „Daarna moest het op druk worden gebracht. Dat moet voorzichtig gebeuren.” Pas in de loop van woensdagavond was de storing voorbij. Toch voelden reizigers ook donderdag nog de gevolgen. In totaal werden enkele honderden vluchten geschrapt.
AFS heeft nog geen besluit genomen over schadevergoedingen voor luchtvaartmaatschappijen en reizigers. Stegmann houdt zich daarover op de vlakte: „Als er claims komen, kan ik me voorstellen dat juristen daar iets van moeten vinden. Ik heb daar geen zicht op.”