Nucleaire deal met Iran stelt weinig meer voor
Europa, Rusland en China proberen uit alle macht het atoomakkoord met Iran in stand te houden. Maar is er eigenlijk nog wel sprake van een deal? Of is het tijd om na te denken over de gevolgen van de teloorgang van de overeenkomst?
De sfeer was constructief. Dat was de bondige conclusie van de Iraanse delegatie die afgelopen weekeinde in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen gesprekken voerde met vertegenwoordigers van China, Rusland, Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland. De inzet van het overleg was het redden van het atoomakkoord dat na jaren onderhandelen in 2015 met de Islamitische Republiek werd gesloten.
De partijen –met de Europese landen voorop– proberen te redden wat er nog te redden valt. De vraag is echter wat er nog aan de deal valt te repareren. De Verenigde Staten hebben zich –als een van de belangrijkste partners– vorig jaar uit de overeenkomst teruggetrokken. President Trump is weliswaar bereid opnieuw te onderhandelen, maar dan over een akkoord dat veel striktere voorwaarden bevat. Iran wil alleen praten als de Amerikaanse economische sancties worden opgeheven. Dat spoor loopt dus vooralsnog dood.
Iran heeft intussen zo’n beetje alle afspraken uit het akkoord geschonden. Het land heeft de toegestane voorraad van 300 kilo verrijkt uranium overschreden. Teheran verrijkt splijtstof tot boven de afgesproken 3,67 procent en heeft aangekondigd dat percentage nog verder op te schroeven. Bovendien gaat de Islamitische Republiek de zwaarwaterreactor in Arak nieuw leven inblazen. Zwaar water kan worden gebruikt om waterstofbommen te produceren.
Overschat
Teheran verdedigt al deze acties met het argument dat de tegenpartij zich ook niet aan de afspraken heeft gehouden. De VS hebben zich niet alleen uit het akkoord teruggetrokken, maar ook de economische strafmaatregelen tegen Iran opnieuw ingesteld. En Europa doet volgens de Iran te weinig om de pijn van de Amerikaanse sancties te verzachten.
Het lijkt erop dat Iran de capaciteit van Europa om de Amerikaanse druk te verlichten, schromelijk heeft overschat. De Europese landen hebben weliswaar een alternatief betalingssysteem opgezet om de Amerikaanse sancties deels te omzeilen en proberen op diplomatiek niveau resultaten te bereiken. Maar het is uiteindelijk vooral aan individuele bedrijven die zaken met Teheran willen doen om te besluiten of zij dat risico willen nemen. Die wensen veelal hun relatie met de Verenigde Staten –en alle handelsbelangen die daaraan vastzitten– niet op het spel te zetten.
Ook de andere drukmiddelen die Iran heeft toegepast, hebben tot nu toe gefaald. Aanslagen op tankers en olie-installaties in de Golfregio die aan Iran worden toegeschreven, en het neerschieten van een Amerikaanse drone boven de Straat van Hormuz, hebben slechts een averechts effect gehad. De westerse militaire aanwezigheid in het gebied wordt alleen maar uitgebreid en de spanningen nemen hand over hand toe. Als Teheran iets níet heeft bereikt, dan is het wel de verlichting van sancties. Sterker nog: Iran riskeert nu ook Europese strafmaatregelen, zeker nadat het recent een Britse tanker in beslag nam.
Hoewel Iran volhoudt dat het Britse schip het zeerecht heeft geschonden, is duidelijk dat Teheran vergelding zocht voor het vasthouden van een Iraanse tanker bij Gibraltar door de Britten. Dat vaartuig zou met olie onderweg naar Syrië zijn geweest en daarmee Europese sancties overtreden.
‘Ruilen’
Teheran heeft inmiddels voorgesteld beide vaartuigen tegen elkaar te ‘ruilen’. De Britse minister van Buitenlandse Zaken Dominic Raab heeft maandag laten weten dat daar geen sprake van kan zijn. „Dit draait om internationale wetgeving en het handhaven van de regels van de internationale rechtsorde”, aldus de bewindsman.
De aandacht van de wereld lijkt momenteel vooral uit te gaan naar het veiligstellen van de scheepvaart –en daarmee de aanvoer van olie uit het Golfgebied– door de strategische Straat van Hormuz. De afspraken over de nucleaire activiteiten van Iran dreigen daarmee –voorlopig althans– op de achtergrond te raken. Dat geeft Teheran vooralsnog de vrije hand om zijn atoomprogramma door te zetten.
Een Britse commentator vroeg zich deze week dan ook terecht af of de nucleaire deal met Iran „alleen maar bloedt uit duizend wonden, of eigenlijk al dood is.”