Dat maakte de voormalige Amerikaanse president Carter als internationaal waarnemer in Venezuela dinsdag in de hoofdstad Caracas bekend. Hij zei er niet aan te twijfelen dat de stemming in het Zuid-Amerikaanse land door de linkse Chavez is gewonnen.

Carter en de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) hadden het onderzoek voorgesteld om de onrust bij de oppositie weg te nemen. De tegenstanders van de president beweerden meteen na de eerste uitslagen dat er bij het referendum was gerommeld.

„We hebben de nationale kiescommissie voorgesteld om een extra controle uit te voeren”, zei Carter, die zondag een waarnemersmissie leidde. De kiescommissie gaat de uitslagen van 150 stembureaus controleren, aldus Carter.

De oppositie claimt dat er massaal fraude is gepleegd bij de volksraadpleging, die Chavez won met ruim 58 procent van de stemmen. Carter herhaalde nog eens niet te geloven dat er sprake was van fraude: „We hebben geen reden om te twijfelen aan de integriteit van het electoraal proces.”

De controle begint woensdag en neemt mogelijk twee dagen in beslag. De resultaten van de elektronische stemming worden vergeleken met de geprinte uitslagen. Bij de controles zullen naast de autoriteiten ook waarnemers en leden van de oppositie aanwezig zijn.

Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken erkende dinsdag dat de voorlopige uitslagen uitwijzen dat president Chavez de volksraadpleging over zijn positie heeft gewonnen. Een dag daarvoor hadden internationale waarnemers de zege van Chavez al bevestigd, maar Amerika vond dat toen nog te voorbarig.

In een verklaring stelde Washington dat de bevolking van het olierijke Venezuela na het referendum de blik weer vooruit moet richten. Volgens een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie waren er echter „duidelijk nog steeds zorgen” over sommige „verkiezingskwesties.” De VS riepen internationale waarnemers ertoe op „als onderdeel van een proces van nationale verzoening” duidelijkheid te scheppen.

De tegenstanders van Chavez probeerden de president met de volksraadpleging tot aftreden te dwingen. De oppositie vindt de linkse politicus populistisch, dictatoriaal en een ramp voor de economie.