Lijst met gruweldaden Al-Zarqawi is lang en bloedig
In naam van de schimmige terreurbeweging al-Tawhid wa al-Jihad, geleid door Abu Musab al-Zarqawi, publiceerde een Arabische website afgelopen zondag niet mis te verstane dreigementen aan het adres van Nederland. De regering in Den Haag reageerde enigszins laconiek; een Utrechtse hoogleraar deed de waarschuwing zelfs af als een „studentengrap.” Dat laatste is maar te hopen ook, want de lijst met gruweldaden die aan de radicale Jordaniër worden toegeschreven is lang en bloedig.
In zijn toespraak tot de VN-Veiligheidsraad in februari 2003, kort voor het uitbreken van de oorlog tegen Irak, schetste de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, een sinister beeld van Abu Musab al-Zarqawi. De Afghanistan-veteraan zou volgens de bewindsman een wereldwijd terreurnetwerk hebben opgebouwd met cellen in het Midden-Oosten, maar ook in Europese landen als Frankrijk, Spanje, Groot-Brittannië, Italië, Duitsland en Rusland.
Als de Amerikanen gelijk hebben, had Abu Musab al-Zarqawi niet alleen de hand in vrijwel alle grote aanslagen van de afgelopen jaren, maar vormde hij ook de belangrijkste schakel tussen het terreurnetwerk al-Qaida en het regime van Saddam Hussein. Bovendien zou de terrorist achter het merendeel van de aanvallen op Amerikaanse troepen in Irak zitten en persoonlijk verantwoordelijk zijn voor de onthoofding van enkele ontvoerde burgers in het tweestromenland. De Verenigde Staten hebben inmiddels een prijs van 25 miljoen dollar op het hoofd van de Jordaniër gezet - evenveel als de beloning voor informatie die leidt tot de arrestatie van Osama bin Laden.
Deskundigen plaatsen echter vraagtekens bij sommige beweringen van de Amerikaanse inlichtingendiensten. Al-Zarqawi en Osama bin Laden vochten weliswaar zij aan zij tegen de Sovjets in Afghanistan, maar zouden later een diepgewortelde rivaliteit hebben ontwikkeld. Daardoor zou het onwaarschijnlijk zijn dat Al-Zarqawi zo’n hoge positie binnen het al-Qaida-netwerk inneemt. De aanvankelijke beschuldiging dat de Jordaanse terrorist Mohammed Atta, de leider van de aanslagen van 11 september, in Praag zou hebben ontmoet, is kortgeleden officieel door de onderzoekscommissie van de Amerikaanse Senaat van tafel geveegd.
Over één ding zijn de analisten het echter allemaal eens: Abu Musab al-Zarqawi is berucht om zijn wreedheid en meedogenloosheid en hij schrikt er bepaald niet voor terug om die eigenschappen eigenhandig in de praktijk te brengen. In mei van dit jaar circuleerde op internet de video van de onthoofding van de Amerikaan Nicholas Berg. Een gemaskerde man leest in het Arabisch een verklaring voor, terwijl de geblinddoekte gijzelaar geknield op de grond zit. Vervolgens snijdt de terrorist met een groot mes het hoofd van Berg af. CIA-deskundigen hebben later bevestigd dat de stem van de moordenaar inderdaad die van Al-Zarqawi is.
Die wreedheid heeft Abu Musab al-Zarqawi al van jongs af aan gestempeld. Ahmed Fadeel Nazal al-Khalayleh, een van zijn aliassen en vermoedelijk zijn echte naam, werd geboren op 20 oktober 1966 in Zarqa, een halfuur ten noordwesten van de Jordaanse hoofdstad Amman. Op zeventienjarige leeftijd werd hij wegens gedrags- en alcoholproblemen van school gestuurd. Volgens de Jordaanse inlichtingendiensten verdween Al-Zarqawi begin jaren ’80 korte tijd achter de tralies wegens een zedendelict.
In 1989 trok de Jordaniër naar Afghanistan om tegen de Russen te vechten. De Sovjettroepen waren toen echter al bezig zich uit het land terug te trekken. Vanaf dat moment lopen de berichten over Al-Zarqawi uiteen. Volgens sommigen werkte hij korte tijd als verslaggever voor een islamitisch blad. Daarna zou hij midden jaren ’90 naar Europa zijn gereisd waar hij zijn organisatie al-Tawhid wa al-Jihad (Eenheid en Jihad) zou hebben opgericht. De beweging stelde zich ten doel Joden te vermoorden en een islamistisch regime in Jordanië te vestigen.
Anderen beweren dat de Jordaanse autoriteiten Abu Musab al-Zarqawi in 1992 wegens samenzwering arresteerden en hem zeven jaar celstraf gaven. Na zijn vrijlating in 1999 was Al-Zarqawi vermoedelijk betrokken bij de poging het Radisson SAS-hotel in Amman op te blazen, een gelegenheid waar veel Amerikanen en Israëliërs overnachten. Hij ontvluchtte zijn vaderland en reisde opnieuw naar Afghanistan. Jordanië veroordeelde hem later bij verstek ter dood.
In Afghanistan zette Al-Zarqawi een trainingskamp voor aankomende terroristen op. Hij zou met al-Qaida hebben gewedijverd om rekruten binnen te halen. Na de aanslagen van 11 september zou de radicale Jordaniër een been verloren hebben bij een Amerikaanse luchtaanval op Afghanistan. Later dook hij op in Iran om zijn organisatie al-Tawhid wa al-Jihad nieuw leven in te blazen. Ook knoopte hij banden aan met de gewelddadige Koerdische beweging Ansar al-Islam in Noord-Irak.
In oktober 2002 werd de Amerikaan Laurence Foley in Amman neergeschoten. Volgens de CIA plande en financierde Al-Zarqawi de aanslag. Als de berichten van de Amerikaanse inlichtingendiensten kloppen, vormde de moord op Foley het begin van een druk jaar voor de Jordaanse terrorist. In 2003 werd zijn naam in verband gebracht met talloze bomexplosies - van Casablanca tot Istanbul. Ook in de aanslagen op vier treinstellen in Madrid, afgelopen maart, zou hij de hand hebben gehad.
Maar het actiefst is Abu Musab al-Zarqawi in Irak. Analisten gaan ervan uit dat hij de verschillende Iraakse religieuze en etnische groepen op een geraffineerde manier tegen elkaar heeft opgezet om chaos in het land te zaaien en daardoor de Amerikaanse bezetting te breken. Ook de recente sjiitische opstand van Muqtada al-Sadr en zijn Mahdi-leger zou door Al-Zarqawi zijn geïnstigeerd. In een door de Amerikanen onderschepte brief schrijft de eenbenige Jordaniër aan al-Qaida-leiders in het buitenland over zijn plannen om de sjiieten, soennieten en Koerden tegen elkaar in het harnas te jagen en zo een burgeroorlog te ontketenen.
Vooral van de sjiieten moet de soennitische Al-Zarqawi niets hebben, zo blijkt uit het schrijven. „Zij vormen een enorm obstakel, een loerende slang, een slimme en kwade schorpioen, een spionerende vijand, een doordringend gif. We voeren een strijd op twee fronten. De ene is voor de hand liggend en open: tegen een aanvallende en ongelovige vijand. De andere is een moeilijke, heftige strijd tegen een vijand die het kleed van een vriend draagt.”
De terreurwaarschuwing van afgelopen zondag aan het adres van Nederland mag dan als een „studentengrap” worden afgedaan, de reputatie van Abu Musab al-Zarqawi heeft bewezen dat hij niet alleen in staat is uiterst bloedige aanslagen uit te voeren, maar ook wordt gedreven door een blinde haat tegen alles wat in zijn ogen tegen de islamitische overtuigingen ingaat.