Sanchez heeft geen excuses meer om linkse coalitie tegen te houden
Spanje heeft drie maanden na de verkiezingen nog altijd geen regering. Maar deze week moet duidelijk worden of het land voor het eerst sinds het herstel van de democratie in 1978 een coalitieregering krijgt.
Tot nu toe regeerde de partij van de Spaanse premier Pedro Sanchez, de sociaaldemocratische PSOE, alleen. In juni vorig jaar kwam hij aan de macht door onverwacht een meerderheid te verwerven voor zijn motie van wantrouwen tegen de conservatieve regering van Mariano Rajoy.
Maar de steun van de andere partijen voor de motie van Sanchez was vooral gebaseerd op afkeer van het beleid van Rajoy en de corruptie in diens conservatieve Volkspartij (PP) en niet zo zeer op enthousiasme voor de sociaaldemocraten van Sanchez. Met slechts 85 zetels in het parlement van 350 zetels had Sanchez een wankele basis.
Met de wind van de opiniepeilingen in de zeilen riep Sanchez vervroegde verkiezingen uit. Het pakte goed voor hem uit. Bij de stembusgang van 28 april won zijn partij 38 zetels erbij en werd veruit de grootste met in totaal 123 zetels.
Toch kwam de sociaaldemocraat nog steeds veel stemmen te kort voor een parlementaire meerderheid. De combinatie van PSOE en Unidas Podemos (UP), de linkse partij van leider Pablo Iglesias, bleef steken op 158 zetels. Om een meerderheid van ten minste 176 te behalen, zouden ze de gedoogsteun nodig hebben van de Catalaanse en Baskische partijen. Net als het geval was bij de motie van wantrouwen tegen Rajoy.
Bijna drie maanden later heeft Spanje nog steeds geen kabinet. Dat is opmerkelijk, want de opties van Sanchez zijn beperkt. Zijn achterban wil een linkse regering met Unidas Podemos.
Ook een ruime meerderheid van de Spanjaarden ziet liever een linkse coalitie met Iglesias dan samenwerking met de steeds verder naar rechts opgeschoven Albert Rivera van de liberale partij Ciudadanos (Cs). Bovendien heeft Rivera tijdens de campagne elke vorm van samenwerking met de partij van Sanchez uitgesloten.
Toch verliepen de onderhandelingen tussen Sanchez en Iglesias de voorbije weken bijzonder moeizaam. Eerst wilde Sanchez niets weten van een coalitieregering. Hij wilde geen Podemosleden in zijn regering en sprak over „coöperatie” met de partij van Iglesias in plaats van een coalitie. Ook eiste Sanchez dat Podemos zou afzien van de verdediging van een referendum over zelfbeschikking in Catalonië. Die concessie werd snel gedaan.
Offer
Vervolgens legde Sanchez een nieuwe eis op tafel. Iglesias zou geen lid van de coalitieregering mogen worden. Waarschijnlijk rekende de sociaaldemocraat erop dat Iglesias zou weigeren dit persoonlijke offer te brengen. Maar tot verrassing van velen ging Iglesias vrijdag akkoord met deze voorwaarde. „Ik zal niet het excuus zijn voor de PSOE om af te zien van een linkse coalitie.”
Bij de eerste stemming over een nieuwe regeerperiode van Sanchez is dinsdag een absolute meerderheid vereist. Haalt hij dat niet, dan is er donderdag een tweede stemmingsronde. Daarbij is een relatieve meerderheid voldoende: meer stemmen voor dan tegen.
Als die poging ook mislukt, dan heeft Sanchez nog twee maanden respijt om een parlementaire meerderheid te vormen. Als hij daar niet in slaagt, dan komen er nieuwe verkiezingen in november. Dat zouden de vierde in vier jaar zijn.