Staat had sinds 2005 moeten weten van bevingen
De Nederlandse Staat had vanaf 2005 moeten afweten van de „wijdverbreide schade” die de aardbevingen als gevolg van de gaswinning konden veroorzaken. Dat stelt de Hoge Raad in een advies aan de rechtbank Noord-Nederland die daarom had gevraagd.
De Hoge Raad oordeelt dat sinds 2005 er voldoende duidelijkheid was over „de reële kans op ernstige of wijdverbreide schade door aardbevingen als gevolg van de gaswinning”. Vanaf dat moment had de Staat daar dus rekening mee moeten houden.
Maar over de vraag of de overheid sinds die tijd medeaansprakelijk is voor de aardbevingsschades, laat de hoogste rechtsinstantie zich niet uit. „Die vraag moet de rechtbank beantwoorden.” Daarbij gaat het vooral om de vraag of de Staat heeft nagelaten tijdig passende maatregelen te nemen om schades te voorkomen.
De rechtbank had om hulp gevraagd in een zaak dat een Gronings echtpaar heeft aangespannen. Het stel wil vergoeding van de schade die ze hebben geleden als gevolg van de aardbevingen. Omdat de uitspraak van de zaak in belang kan zijn voor veel andere zaken, heeft de rechtbank advies gevraagd aan de hoogste rechter.