Het museum zat al lang op het vinkentouw, maar kreeg eind juli te horen dat een onbekende Britse instelling interesse had getoond en dat de exportvergunning werd uitgesteld tot eind november 2004. De instelling heeft zich echter plotseling teruggetrokken.

De Britse overheid heeft alsnog een exportvergunning voor het topstuk verleend, aldus het Rijksmuseum maandag. Donderdag al wordt het doek in Amsterdam aan de pers getoond.

„Het werk is een belangrijk sleutelstuk voor de Nederlandse 17e-eeuwse schilderkunst en kan zich meten met topstukken van Vermeer en Rembrandt. Met 11,9 miljoen euro is dit de duurste aankoop in de geschiedenis van het Rijksmuseum”, aldus een woordvoerster van het museum. De Nachtwacht van Rembrandt is weliswaar duurder, maar die is van de gemeente Amsterdam.

Het museum kan het werk van Steen kopen dankzij het ministerie van OCW, dat hiervoor heeft geput uit het Nationaal Aankoopfonds. De aankoop is volgens de kunstinstelling verder mogelijk gemaakt door de BankGiro Loterij, de Sponsor Loterij, de Stichting Nationaal Fonds Kunstbezit, de Mondriaan Stichting, het VSB Fonds, de Vereniging Rembrandt, het Prins Bernhard Cultuurfonds en het Rijksmuseum Fonds.

Het museum bood zijn prijs eigenlijk al in maart, maar de verkoper nam een clausule op dat de koop niet zou doorgaan als andere partijen een minstens even hoog bod uitbrengen. Dat leek even het geval te zijn.

Het Rijksmuseum bezit 22 schilderijen van Jan Steen, maar een werk uit de Delftse periode (1654-1656) ontbrak nog. Het verblijf in Delft was bepalend voor de ontwikkeling van Jan Steens stijl. Omdat de ”Burgemeester van Delft en zijn dochter” het enige gedateerde en gesigneerde schilderij is uit deze periode, is het volgens het museum de kroon op de Jan Steen-collectie.