Cultuur & boeken

Richard Scarry: 100 jaar geleden geboren, nog altijd populair

Richard Scarry’s werk roept warme herinneringen op, ook al is het een eeuw geleden dat de Amerikaanse illustrator werd geboren. Zoon Huck zette het werk voort. „Simpelweg omdat ik hield van zijn boeken.” Zo kan het dat er nog altijd nieuwe Scarry’s verschijnen.

Mariëlle Oussoren-Buys
11 July 2019 09:15Gewijzigd op 16 November 2020 16:30

Hukkie en Sallie, Brigadier Brombeer en familie Knor. Met als hoogtepunt de onhandige Rinus Rups (”Lowly Worm”), die in latere boeken Wim Worm heette. De personages uit Scarry’s boeken waren onlosmakelijk onderdeel van mijn jeugd.

En niet alleen van de mijne. Talloze kinderen groeiden vanaf de jaren zeventig op met de wondere wereld van Richard Scarry. Of, in de Engelse variant: „the busy world of Richard Scarry.” Hoewel de verhalen vaak niet eens zo veel om het lijf hebben, zit er iets in het werk van de honderd jaar geleden geboren Scarry waardoor het een enorme aantrekkingskracht heeft. Op kinderen, maar ook op ouderen.

Toen de in Boston (VS) geboren Scarry in 1948 met een stapel tekeningen binnenstapte bij Lucille Ogle van Golden Press –verantwoordelijk voor de nog steeds bekende Gouden Boekjesserie– bood die hem meteen een contract aan. Elk jaar mocht hij vier Gouden Boekjes publiceren, tegen een vast tarief. Maar de altijd enthousiaste Scarry maakte er jaarlijks veel meer, verhaalt Joke Linders in haar boek over de Gouden Boekjes (”Ik hou zo van… de Gouden Boekjes”, 2010).

Dankzij deze Gouden Boekjes raakten Scarry en zijn vrouw Patsy, die ook kinderboekenschrijver was, bevriend met andere kunstenaars de meewerkten aan de serie, zoals Jack Miller (bekend van ”Kippetje Tok”) en Mary Blair (”Bij Kiki thuis”). De makers van Gouden Boekjes waren kwalitatief sterk, maar hadden vaak nauwelijks naamsbekendheid. Dat had er onder meer mee te maken dat op de omslagen geen auteursnamen werden vermeld. Scarry was de enige die op den duur bekend werd, in Amerika en ook daarbuiten (tot inmiddels in China toe, zie ”Stukgelezen? Het ultieme compliment volgens Scarry”).

Wat Scarry deed in zijn Gouden Boekjes was vernieuwend: zijn vermenselijkte dieren kregen een heel eigen persoonlijkheid.

Hij brak pas door met zijn verhalen over Hukkie, Wim Worm en talloze andere dierfiguren, waarvan de teksten trouwens ook op zijn naam staan. Die boeken hebben vaak een educatieve ondertoon: veel ervan zijn woordenboeken, of willen iets leren over voertuigen of landen. De vele kleurige illustraties en de korte tekstjes maken de boeken tot objecten waar kinderen graag naar grijpen, of ze nu in de jaren tachtig opgroeiden of in 2019, honderd jaar na de geboortedag van de kinderboekenmaker.

Huck Scarry

Scarry stierf in 1994 in Gstaad in Zwitserland, het land waar hij in 1968 naar emigreerde, samen met zijn vrouw en zoon Richard jr. Die laatste woont nog altijd in Gstaad en is beter bekend als Huck Scarry.

Die naam, Huck, hoe komt u daaraan? Bent u vernoemd naar Hukkie, de kat uit de boeken van uw vader?

„Toen ik was geboren zei mijn vader: Hij is een echte Huckleberry Finn! (figuur uit een klassiek boek van de Amerikaanse schrijven Mark Twain, MO). Ik deed mijn vader op de een of andere manier aan hem denken. Mijn ouders gaven me de naam Richard, net als mijn vader, maar bleven me desondanks ”Huck” noemen. In ”Storybook Dictionary” (1967, vertaald als ”Mijn leuk ABC”, MO) introduceerde mijn vader de familie Beer. De kleine jongensbeer droeg een lederhose, een broek met bretels, en mijn vader noemde hem ”Hucklebear”. Later, in ”Great big schoolhouse” (1969, vertaald als ”Mijn leuke schooltje”, MO) veranderde deze ”Huckle” (vertaald als Hukkie, MO) in een kat met lederhose. Sindsdien is het zo gebleven. Ik draag zelf trouwens ook vaak een lederhose.”

Het werk van uw vader hoort wereldwijd bij de top van bestverkopende boeken. Realiseerde u zich dat als kind?

„O nee, helemaal niet. Mijn vader werd pas bekend in de jaren zeventig. We waren toen juist verhuisd naar Lausanne in Zwitserland. Ik was vijftien. Toen begon mijn vader net iets te merken van het succes van zijn grote boeken, waarvan ”The best word book ever” uit 1963 (vertaald als ”Mijn leuk woordenboek”, MO) de eerste was.

De tijd ervoor, in Amerika, woonden we dicht bij de zee, in Westport. Daar woonden veel creatievelingen. Diverse vrienden van mijn ouders waren ook schrijver of illustrator van kinderboeken en ik speelde met hun kinderen. Voor mij was het toen heel gewoon om ouders te hebben die kinderboeken maakten.”

U bent vast opgegroeid met veel verhalen?

„Mijn vader had een fantastisch verbeeldingsvermogen en hij heeft heel veel grappige verhalen geschreven. Maar hij was niet iemand die me op zijn schoot zette en dan ging vertellen. Ik denk dat hij dat liever voor in zijn boeken bewaarde.

Ondanks dat hij geen verhaaltjesvader was, was hij een geweldige vader. Ik was enig kind en hij bracht veel tijd met me door. Hij leerde me zeilen, we gingen samen boogschieten en deelden een muntverzameling. Mijn vader was een echte vader, maar als ik terugkijk, was hij ook een soort grote broer voor me.”

Wat is het geheim van zijn succes, denkt u?

„Die vraag heb ik al vaak gekregen en ik heb er geen simpel antwoord op. Ik denk dat het met verschillende dingen te maken heeft. Hij was allereerst een ongelooflijk getalenteerde illustrator. Hij kon zo’n beetje alles tekenen en schilderen, schijnbaar met het grootste gemak. Hij had gevoel voor ontwerpen en ook nog eens een goed gevoel voor kleur. Hij was als persoon erg grappig en deelde zijn gevoel voor humor in zijn verhalen en illustraties. Bovendien kon hij goed moeilijke dingen op een makkelijke manier uitleggen.

Hij hield gewoon van wat hij deed. En omdat hij er zelf plezier in had, werden zijn boeken ook altijd leuk!”

U tekent ook graag. Werd u geïnspireerd door uw vader?

„Ik hou mijn hele leven al van tekenen. Ik denk niet dat mijn vader me direct inspireerde, maar hij moedigde me wel aan. En natuurlijk was er altijd meer dan genoeg tekenmateriaal voorhanden in zijn studio. Ik was daar graag: dan lag ik op mijn buik op de vloer treinen, auto’s en soldaten te tekenen, en dan werkte hij aan de tekentafel aan illustraties.”

U zette het werk van uw vader ook voort. Waarom?

„Vanaf mijn tienertijd hielp ik mijn vader met het inkleuren van zijn platen. Dat was altijd veel werk. Zijn boeken waren groot en op elke pagina stond veel. We vonden het leuk om samen te doen. We zaten dan allebei aan een tafel, en begonnen altijd met rood. Als alle rode dingen gekleurd waren, gingen we verder met een andere kleur. Zo werkten we een paar weken door.

Toen mijn vader problemen kreeg met zijn zicht, opperde een van de uitgevers of ik ook eens de figuren kon tékenen, in plaats van alleen te kleuren. Ik ben bepaald niet trots op mijn eerste pogingen, maar na een tijdje kreeg ik het in de vingers.

Bij mijn start als illustrator heb ik ook wel eigen werk gemaakt. Dat waren boeken voor oudere kinderen. Vooral informatieve, over vervoer, wetenschap en geschiedenis, dat soort dingen.

Toen mijn vader in 1994 stierf, besloot ik zijn oeuvre voort te zetten. Simpelweg omdat ik hield van de boeken, van de wereld die hij maakte. Ik wist dat ik zowel kon schrijven als tekenen, dus het was voor mij een heel logische stap. Ik heb er ook echt plezier in. De kunst is om net zo ‘leuk’ te zijn als hij.”

Stukgelezen? Het ultieme compliment volgens Scarry

„Mijn kinderen lezen het boek van Scarry nog steeds, ook al is het een losbladig systeem geworden”, reageerde Sander van Harten op een Faceboekoproep met de vraag of de boeken van Richard Scarry herinneringen oproepen. De populariteit van de in 1919 in de Verenigde Staten geboren kinderboekenmaker –die in Boston de kunstacademie volgde– is wel enigszins afgenomen, maar er is nog steeds een groep liefhebbers. Die blijft stabiel, blijkt uit informatie van uitgeverij Deltas. Alleen al bij die uitgever zijn door de jaren heen meer dan een miljoen exemplaren verkocht. Daarbij zijn de Gouden Boekjes niet meegerekend: die verschijnen bij Rubinstein.

Scarry’s eerste werk dat in Nederland uitkwam was het Gouden Boekje ”Het koekemannetje”. Een paar jaar later, in 1963, brak hij hier door met ”Mijn leuk woordenboek”. Richard Scarry groeide uit tot een merk. Op dit moment is er zelfs in China een tentoonstelling over zijn werk, de tentoonstelling die in april te zien was in Italië, op de internationale kinderboekenbeurs in Bologna. De boeken van Scarry zijn nog maar sinds kort bekend in China, maar volgens zoon Huck Scarry is het nu al het land waar de meeste boeken zijn verkocht, na de Verenigde Staten. Ook in Engeland (in Bruton) en in New York (vanaf december) zijn dit jaar exposities over de illustrator.

In Nederland is de aandacht voor het jubileum beperkt. Rubinstein komt met een luxe uitgave: ”Richard Scarry’s Grote Gouden Boek”, met daarin ”Het koekemannetje”, Mijn gouden woordenboek”, Rolle Bolle Beest, Grote auto’s, kleine auto’s” en ”Eekhoorntjes ABC”. Het 132 pagina’s tellende boek, in dezelfde stijl als de andere Gouden Boeken van Rubinstein, is een stevig boekwerk. Mocht het toch uit elkaar vallen, dan zou de auteur daar zelf niet om getreurd hebben. „Ik ben heel blij als mensen me schrijven dat ze mijn boeken hebben versleten, of dat ze bij elkaar gehouden worden door plakband”, zei hij ooit. „Ik zie dat als het ultieme compliment.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer