Nadat Bos eind 2001 in het televisieprogramma Zembla met de schaduwboekhouding naar buiten was getreden, kwamen de eerste bedreigingen. Van „wederzijdse kennissen" hoorde Bos wie er achter de bedreigingen schuilging. De klokkenluider wil niet zeggen wie voor de dreigementen verantwoordelijk was.

Bos is tevreden over de afhandeling van de bouwfraude, zo vertelt hij in het interview met presentator Paul Rosenmöller. „Maar de bouw is nog niet schoon, dat lukt niet in een paar jaar." In november 2001 overhandigde Bos de schaduwboekhouding van Koop Tjuchem, met daarin bewijzen voor grootschalige bouwfraude, aan justitie.

Voor Bos persoonlijk is de affaire vooralsnog niet tot een goed einde gekomen. Hij lijdt aan depressiviteit en heeft inmiddels zijn huis te koop moeten zetten, zo vertelt hij in het programma. „Het is voor mij onmogelijk om weer aan het werk te komen. Ik heb eigenlijk levenslang gekregen."

De werkloze Bos heeft de staat om een financiële tegemoetkoming gevraagd, maar ontving van premier Balkenende nul op het rekest. „Ronduit bespottelijk. Ik voel me in de steek gelaten door de premier", aldus Bos.

De oud–directeur heeft met het onthullen van de bouwfraude zichzelf tot voorbeeld gesteld. Tijdens en na de bouwfraude–affaire meldden zich veertien klokkenluiders bij Bos. „Dat waren mensen uit de bouw maar ook uit de overheid."