Lesboek basisschool geeft vaak gekleurd beeld van landbouw en visserij
In lesboeken voor het basisonderwijs komen nogal wat passages voor die onjuiste informatie over de landbouw en de visserij bevatten. Dat maakte een jury onder voorzitterschap van Aalt Dijkhuizen zaterdag bekend.
Een leesteam van Stichting Agri Facts en vissersorganisaties Eendracht Maakt Kracht (EMK) heeft bijna tweehonderd les- en werkboeken gecontroleerd. Het merendeel daarvan bevatte minimaal één en soms talrijke „bedenkelijke” passages over landbouw en visserij, aldus de twee organisatie. Bij de voorselectie door het leesteam bleek bijvoorbeeld de allang verboden legbatterij voor legkippen links en rechts op te duiken, net als de voerligbox voor varkens. Ook melden sommige boeken dat boeren in Nederland bos kappen voor akkers. En naarmate veestallen groter zijn, zou er minder ruimte per dier zijn.
Zaterdag beoordeelde een jury van deskundigen in Bunnik de bewuste passages. Aalt Dijkhuizen, voormalig voorzitter van de raad van bestuur van Wageningen University & Research, zei dat er achttien gevallen van onjuiste informatie geconstateerd waren, waarvan zeven die „echt niet kunnen.”
Daarbij gaat het vaak over onjuiste tegenstellingen, zoals die tussen grote bedrijven die niet natuurlijk werken en kleine bedrijven waar dat wel gebeurt. Ook wordt in lesmethoden de indruk gewekt dat gangbare boeren veel bestrijdingsmiddelen gebruiken en biologische boeren niet, aldus Dijkhuizen. „Het lijkt er in die methoden op dat de niet-biologische boer alles verkeerd doet en dat alleen de biologische boer van dieren houdt. Dat is een verkeerde tegenstelling.”
Niet objectief
Een voorbeeld van een passage die volgende de jury niet door de beugel kan, komt uit de methode Wijzer door natuur en techniek, voor groep 8 (uitgeverij Noordhoff). Daar staat: „Boeren hebben de meeste natuur in akkers en weilanden veranderd. Daar is geen natuurlijk evenwicht. Er groeit vaak maar één plantensoort. De boer gebruikt bestrijdingsmiddelen en kunstmest om de planten goed te laten groeien. Ook het vee leeft niet natuurlijk. (…) Bioboeren werken op een natuurlijker manier. Ze gebruiken geen giftige bestrijdingsmiddelen en geen kunstmest. Hun dieren hebben meer ruimte.”
Dijkhuizen zei dat er dikwijls weinig feiten in schoolboeken worden genoemd. Hij gaf een voorbeeld: „De koe waar jouw Hamburger van komt, eet een enorme berg veevoer. Er worden bossen gekapt om dat veevoer te verbouwen.” Onvoldoende objectief en zorgvuldig, vond de juryvoorzitter.
Voorzitter Job Schot van EMK zei dat er in schoolboeken veel algemeenheden staan over de visserij, onder andere dat vissers grote schepen hebben, veel geld willen verdienen en aan overbevissing doen. Schot: „Dat is stigmatiserend, want er zijn ook kleine schepen en vissers die niet veel verdienen.”
Schot zou graag zien dat de schoolboeken gecontroleerd worden vanuit de visserijsector en dat mensen uit de branche lesstof aandragen bij de uitgeverijen.
Zo ver wil Dijkhuizen niet gaan. Hij wil de verbeteringsslag doen plaatsvinden door uitgevers te stimuleren. „Zij kunnen een beroep doen op de sector.” Verder riep de juryvoorzitter scholen op om boeren, tuinders en vissers in de klas over hun werk te laten vertellen of met de klas leerlingen op excursie te gaan.
Tweede Kamerlid Frank Futselaar (SP), die ook in de jury zat, noemde als voorbeeld van een verkeerde voorstelling van zaken „een boer die met subsidie naar Oost-Europa gaat om een bedrijf op te zetten.” Hij pleitte voor het aangaan van het gesprek met de uitgevers. Voor de overheid zag hij geen rol weggelegd, vanwege de vrijheid van onderwijs.
Eenzijdigheid
Desgevraagd zei Dijkhuizen dat er „ernstige voorbeelden” van foutieve informatie in schoolboeken voorkomen. „Als je als boer je best doet en je hoort zoiets, dan kan het je diep raken. Er is sprake van eenzijdigheid met een negatieve kleur op de sector.”
Op Twitter sprak Dijkhuizen na de bijeenkomst over een „goede actie” van Agri Facts en EMK. „Hopelijk leiden de uitkomsten van het onderzoek snel tot verbetering.”
Vissersvoorman Schot vindt het „onverteerbaar” dat hij in boeken steeds weer de vermeende overbevissing in de Noordzee terugziet. „De visserman is de schuldige en men heeft het niet over geulen die in de Noordzee gegraven worden en de windmolenparken die aangelegd worden.”