Vlaamse paters vrijgesproken van mensenhandel
Een katholieke orde in België is vrijgesproken van mensenhandel. De Paters Augustijnen in Gent en hun overste stonden terecht voor mensenhandel en valsheid in geschrifte. De Gentse rechtbank sprak hen daar woensdag van vrij, maar acht hen wel schuldig aan het toestaan van zwartwerken.
De paters leiden jonge Afrikanen op in hun klooster, maar zouden gesjoemeld hebben met documenten voor visa. Het betrof volgens het Openbaar Ministerie achttien mensen uit Benin, Togo en Ivoorkust en iemand uit Vietnam. Dertien werknemers, onder wie kandidaat-priesters, zouden slachtoffer zijn van mensenhandel en een handvol anderen zou zonder geldige verblijfspapieren onbetaald aan het werk zijn gezet, onder meer bij catering en schoonmaak in gebouwen van het klooster.
Voor het zwarte werk werden de paters veroordeeld tot boetes en het betalen van niet-betaalde premies. De overste kreeg een boete van 14.400 euro, waarvan een derde voorwaardelijk. Twee aan de orde gelieerde stichtingen werden beboet voor in totaal 72.000 euro.
In de zaak werden in 2014 huiszoekingen in Gent en Leuven verricht. De advocaten van de paters voerden eerder aan dat het ging om „praktijken die behoren tot de traditie van de kloosterorde”. De buitenlandse kandidaten zouden vertrouwd worden gemaakt met de „praktische taken die in een religieuze gemeenschap moeten worden uitgevoerd”.