Kabinet: Kiesstelsel moderniseren
Het kabinet gaat het kiesstelsel moderniseren om de band tussen kiezer en gekozene te versterken. Ook wil de regering jongeren meer bij de politiek betrekken.
Dat blijkt uit een pakket maatregelen dat minister Ollongren van Binnenlandse Zaken woensdag naar de Tweede Kamer stuurde. Ze reageert daarmee op het rapport van de staatscommissie parlementair stelsel onder leiding van VVD-coryfee Remkes. Daarin staat onder meer dat niet alle burgers zich gehoord en vertegenwoordigd voelen in het huidige politieke systeem.
De belangrijkste wijziging is dat bij verkiezingen voor de Tweede Kamer burgers kunnen stemmen op een hele kandidatenlijst of op een kandidaat. Zo krijgt de stem op een individuele kandidaat meer gewicht. „De kans is daarmee groter dat een kandidaat die zich regionaal, op een bepaald onderwerp of voor een bepaalde doelgroep profileert, gekozen zal worden”, zo schrijft minister Ollongren.
In de komende maanden kijkt het kabinet naar mogelijkheden om de regionale factor in het kiesstelsel nog verder te vergroten.
Om de rol van de Eerste Kamer te versterken komt het kabinet met twee voorstellen. Het eerste voorstel is een verkorting van de herzieningsprocedure bij een Grondwetswijziging. Die moet nu in twee rondes door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd. Tussen de twee behandelingen moeten verkiezingen zitten. Daardoor duurt een herziening van de Grondwet een aantal jaren. Ollongren stelt voor om de tweede lezing straks in een gezamenlijke vergadering van Tweede en Eerste Kamer af te handelen. De regel dat twee derde van het aantal leden in tweede lezing met de Grondwetsherziening moet instemmen, blijft gehandhaafd.
Het tweede voorstel is om voor de wijze van verkiezing van Eerste Kamerleden terug te gaan naar de situatie van voor 1983. De leden van de Senaat worden dan niet om de vier, maar om de zes jaar gekozen. Elke drie jaar treedt de helft van het aantal senatoren terug. Door de maatregel blijft de samenstelling van de Eerste Kamer stabieler en treden er minder grote wisselingen op.
Het kabinet vindt het belangrijk om meer jongeren te betrekken bij de politiek. Daarom moet er een jongerenparlement komen. Vorige week woensdag is reeds een eerste congres gehouden over de vorming ervan. Toen is onder meer nagedacht over de manier waarop het jongerenparlement het beste kan functioneren en zoveel verschillende jongeren kan bereiken.
Minister Ollongren bekijkt of de kiesgerechtigde leeftijd van 18 naar 16 jaar kan.
Het kabinet zal de wenselijkheid een correctief bindend referendum en de invoering van een terugzendrecht van wetsvoorstellen door de Eerste Kamer naar de Tweede Kamer nader onderzoeken. Het voorstel voor een gekozen formateur neemt het kabinet niet over.