Overheid wijst terecht op mogelijkheden palliatieve zorg
Het valt niet mee om als christen in een geseculariseerde cultuur te spreken over de dood. Hoe leg je uit waarom Luther in een lied, gebaseerd op een middeleeuwse beurtzang, dichtte dat de dood de mens in dit leven van de wieg tot het graf omvangt? Of waarom de opstellers van het doopformulier het leven een gestadige dood noemen, nadat ze het sterven hebben verbonden aan het getroost verlaten van het leven en het zonder verschrikken verschijnen voor God?
Het is een understatement om te zeggen dat zo’n uitleg iets complexer is en meer wenkbrauwen zal doen fronsen dan de ander voorhouden: Ach, dood is dood.
Voor een minder lastige, maar nog steeds ingewikkelde opgave stond minister Hugo de Jonge (VWS). Na een toezegging aan de Tweede Kamer moest hij alle informatie over palliatieve zorg en zorgvoorzieningen voor patiënten in de laatste levensfase op een overzichtelijke en laagdrempelige manier bijeen zien te brengen op een overheidssite. Het resultaat van die krachtinspanning is sinds donderdag te zien op overpalliatievezorg.nl.
De site straalt uit dat de ideologische tegenstellingen over maakbaarheid en zelfbeschikking in de coalitie bij het maken ervan effectief zijn geneutraliseerd. Duidende en suggestieve teksten ontbreken; het geheel is vooral zakelijk-informatief. Opbeurend is evenwel de slogan ”…maar tot die tijd leef ik”. Daarin valt een bemoediging te ontwaren en misschien wel een aansporing om als het even kan te blijven zoeken naar alles wat de vele levensmoeiten in de laatste fase zou kunnen verlichten. Kortom, naar menslievende en menswaardige zorg, die, zo zou je De Jonge als minister maar meteen willen meegeven, dan ook beschikbaar hoort te zijn.
Hier en daar rees deze week de vraag of het investeren in dergelijke voorlichting wel een taak voor de overheid is. Feit is dat veel levenseindedocumentaires van publieke en commerciële omroepen de palliatieve zorg maar zelden benoemen, de positieve uitzonderingen niet te na gesproken. Veel aandacht gaat uit naar de mogelijkheid van euthanasie, maar er zijn grote vraagtekens te plaatsen bij de schaamteloze marketingmethoden waarmee deze optie soms onder de aandacht van groepen kwetsbare burgers wordt gebracht.
De cartoonist van dagblad Trouw tekende naar aanleiding van de site een groepje bejaarden. Eén van hen zucht moedeloos: „Maar ik ben uitbehandeld! Dan is mijn leven toch voltooid?!” Nadat de boodschap van de site is geland lopen de oudjes kwiek over straat en roept een van hen opgetogen: „Bizar. Je kunt helemaal blijven leven tot aan je laatste dag! Zelfs al ben je ziek!”
Kan een overheidsinitiatief zo’n tovereffect te zien geven? Jammer genoeg niet. Dat laat onverlet dat het goed is om de misleidende suggestie dat alleen euthanasie garanties biedt voor een medisch gezien zo comfortabel mogelijk sterven van tijd tot tijd te weerspreken. Als het moet in politiek correcte taal.