Jumbo Jet viert jubileum, concurrent Airbus ook
De Boeing 747 vliegt vijftig jaar rond. Een mijlpaal. De Jumbo Jet ontketent in de jaren 70 een revolutie in de luchtvaart. Vliegen is niet langer weggelegd voor de elite, ook het gewone volk kan instappen. Blik op een icoon.
Boeing schrijft begin 1969 geschiedenis. De 747 maakt z’n eerste testvlucht in de VS. Een groot succes, ondanks een probleempje met de vleugelkleppen. Het eerste model van de Jumbo Jet kan 2,5 keer zoveel passagiers vervoeren als de destijds populaire 707.
De ontwikkeling van de 747 begint met vraag van Pan Am-topman Juan Trippe om een passagiersvliegtuig dat twee keer zo groot is als gebruikelijk. Boeing besluit om eind 1969 zo’n toestel te leveren. Een enorme uitdaging. De Amerikaanse vliegtuigfabrikant moet in 28 maanden –twee derde minder dan de normale 3,5 jaar– een toestel ontwerpen, testen én bouwen.
Het ontwerp krijgt langzaam vorm op de tekentafel. Boeing kiest voor een toestel met vier motoren en twee gangpaden. Om een eerste klas lounge te creëren plaatst de fabrikant de cockpit op een kort bovendek. Dit ontwerp biedt Boeing tevens de gelegenheid een vrachtdeur te bouwen in de snuit van een 747-transportversie.
Een belangrijke test is het evacueren van 560 vrijwilligers uit een model van de cabine. De eerste ontruiming duurt 2,5 minuut, 60 seconden langer dan de toegestane limiet. Later lukt het om alle passagiers binnen 90 seconden uit het toestel te halen. Passagiers vanaf het bovendek moeten met een soort harnas aan een haspel afdalen. Prettig vooruitzicht.
Oververhit
De introductie verloopt niet zonder slag of stoot. De Amerikaanse luchtvaartmaatschappij Pan Am plant de eerste commerciële vlucht op 21 januari 1970 uit New York. Eén motor raakt vlak voor vertrek oververhit, waardoor Pan Am in allerijl een vervangende kist moet inzetten. De vlucht vertrekt door zes uur vertraging een dag later.
De verkoop van de 747 neemt een hoge vlucht. Luchtvaartmaatschappijen zijn gecharmeerd van het grote aantal stoelen aan boord –366 voor drie klassen of 452 voor twee klassen– en het enorme vliegbereik van pakweg 9800 kilometer. Ongekend voor die tijd. De eerste 707 komt met 150 passagiers niet verder dan 4500 kilometer.
De 747, het nieuwe, viermotorige passagierstoestel –lengte ruim 70 meter, spanwijdte bijna 60 meter– groeit uit tot een van de meeste herkenbare vliegtuigen ter wereld. Kerosinesnuivers en andere luchtvaartliefhebbers noemen de Jumbo Jet liefkozend de Queen of the sky, de koningin van de lucht.
Voor het eerst in de geschiedenis vliegen passagiers met tien stoelen naast elkaar. De luchtvaart verandert hierdoor ingrijpend. Vliegen is niet langer weggelegd voor de elite, ook Jan met de pet kan –met een beetje sparen– aan boord stappen.
Neus omhoog
De ontwikkeling van de Jumbo Jet staat niet stil. Motorvermogen, vliegbereik, laadvermogen en passagiersaantallen groeien gestaag. De eerste vrachtversie rolt begin jaren 70 van de tekentafel. De neus klapt omhoog om lading eenvoudig aan boord te hijsen.
De 747-familie krijgt in 1980 uitbreiding met de 747-300 die beschikt over een verlengd bovendek, een hogere kruissnelheid en meer stoelen. De 747-400 met digitale cockpit en opstaande vleugeltip (winglets) verschijnt eind 1989, waardoor de boordwerktuigkundige thuis kan blijven.
KLM introduceert de eerste Jumbo Jet in februari 1971. De Nederlandse trots neemt in totaal 46 toestellen van dit type in gebruik. De 747 is voor KLM op veel bestemmingen een maatje te groot. Daarom vliegt de maatschappij met combi’s, waarbij het hoofddek deels is bestemd voor passagiers, deels voor vracht.
Lange tijd is de 747 het grootste passagiersvliegtuig ter wereld. In 2007 moet Boeing deze eer afstaan aan de A380 van aartsrivaal Airbus. Een pijnlijk moment. Toch slaagt de superjumbo er bij lange na niet in het succes van z’n voorganger te evenaren. De 747 én de A380 verliezen beide hun glans.
Boeing ziet het aantal orders voor de Jumbo Jet vanaf de eeuwwisseling langzaamaan opdrogen, ondanks een lange reeks moderniseringen. Het doek valt. De vliegtuigfabrikant staakt medio maart 2007 de productie. Nieuwere types, van 777 tot A380, blijken efficiënter. Boeing weet wereldwijd 1572 Jumbo Jets te slijten.
Boeing doet een ultieme poging het leven van het toestel te rekken met de introductie van de 747-8 die 3,6 meter langer is dan de -400. Toch toont slechts een handjevol maatschappijen interesse, waarna de fabrikant de stekker uit het toestel trekt. De vrachtversie van de 747-8 met opgetrokken neus blijkt populairder.
Veelzijdig
De 747 blijkt in vijf decennia buitengewoon veelzijdig. Het toestel doet dienst als blusvliegtuig, als vliegende sterrenwacht met ingebouwde telescoop of als vervoermiddel voor de Space Shuttle. De Amerikaanse president maakt dankbaar gebruik van de 747 als Air Force One.
De Jumbo Jet is betrokken bij tragische vliegrampen. In 1977 botsten een 747 van KLM en een 747 van Pan Am op de mistige luchthaven Tenerife op elkaar. De crash eist 583 levens. In oktober 1992 verliest een 747-vrachtversie van El Al twee motoren en stort neer op de Bijlmermeer. De vliegramp kost 43 mensen het leven.
Veel maatschappijen danken hun 747’s af. KLM vliegt nog met dertien stuks, waarvan drie vrachtvliegtuigen. De combi’s en vrachttoestellen verlaten in 2021 de vloot. Een jaartje later dan gepland, omdat de introductie van de A350 bij KLM vertraging oploopt.
Airbus wint van Boeing
Boeing viert een feestje, Airbus een dubbel feestje. De Europese vliegtuigbouwer bereikt dit jaar niet alleen z’n vijftigste verjaardag, maar vliegt ook nog eens aartsrivaal Boeing voorbij.
De internationale Paris Airshow, vorige week op de luchthaven Le Bourget bij Parijs, is altijd een krachtmeting tussen de twee grootste vliegtuigbouwers ter wereld. Airbus en Boeing strijden elke twee jaar om het grootste aantal orders. Airbus wint dit jaar met dertien opdrachten. Boeing kampt met grote problemen, niet alleen met de 737 MAX, maar ook met het blussysteem van enkele Dreamliners. Een opsteker voor de Amerikanen is de intentieverklaring van IAG (de moedermaatschappij van British Airways, Iberia etc.) voor tweehonderd 737 MAX-toestellen. Toch blijft Airbus azen op die order.
Robuust
Airbus zet al vijftig jaar de toon in de Europese luchtvaart. Aan de wieg van de vliegtuigfabrikant staat de A300B. Eind mei 1969 tekenen de Franse minister Jean Chamant en de Duitse minister Karl Schiller, ook al op de Air Show in Parijs, een overeenkomst om samen het eerste Europese tweemotorige widebody-vliegtuig te bouwen.
Met de ondertekening slaan Aérospatiale (Frankrijk) en Deutscher Aerospace (Duitsland) de handen ineen. Het Spaanse Construcciones Aeronáuticas (CASA) treedt in 1971 toe tot het consortium. British Aerospace neemt tussen 1979 en 2006 deel.
Airbus groeit uit tot een robuust conglomeraat, actief in de civiele en militaire lucht- en ruimtevaart. Airbus beschikt over fabrieken in Toulouse, Hamburg en Sevilla, maar ook in China, de VS en Canada. Het hoofdkantoor staat in Leiden, maar daar worden dan weer geen vliegtuigen gebouwd.
De Europese vliegtuigfabrikant (winst 5 miljard, omzet 63 miljard) bouwt niet alleen de kleine A318, maar ook de A380, het grootste passagierstoestel ter wereld. Het vlaggenschip –555 tot 853 passagiers– loopt uit op een fiasco. Door tegenvallende bestellingen moet Airbus het miljardenproject voortijdig uit de lucht halen.
Over de toonbank
Airbus levert het 1000e vliegtuig in 1993. Het duurt zes jaar voordat het 2000e toestel over de toonbank gaat. Eind 2007 meldt Airbus de verkoop van de 5000e, een A330-200. De luchtvaart groeit gestaag. Begin 2010 neemt luchtvaartmaatschappij Emirates het 6000e toestel af.
Sinds 2005 levert het bedrijf pakweg de helft van alle passagiersvliegtuigen ter wereld.