Ministers: sneller ingrijpen bij slechte school
Het moet makkelijker worden om scholen aan te pakken als er sprake is van ernstige wanprestaties. Om dat mogelijk te maken wil het ministerie van Onderwijs meer bevoegdheden voor de Inspectie van het Onderwijs en de bewindspersonen.
Momenteel is het erg lastig om de bekostiging van een school stop te zetten. Dat kan alleen als er langdurig sprake is van slecht onderwijs, of een tekort aan leerlingen.
Ministers Arie Slob en Ingrid van Engelshoven willen de financiering ook om andere redenen kunnen stopzetten. Bijvoorbeeld als op een school extremistisch of antidemocratisch gedachtegoed wordt verspreid. “Het bevorderen van burgerschap is niet voor niets een kerntaak van scholen”, stelt Slob. “Die is niet onderhandelbaar.”
Het ministerie wil ook eerder kunnen ingrijpen als er bijvoorbeeld problemen zijn met eindexamens, zoals vorig jaar bij het VMBO Maastricht. De bewindspersoon moet dan een school kunnen verbieden voor een bepaalde tijd diploma’s uit te reiken.
Voor veel van de plannen moeten diverse wetten worden gewijzigd. Enkele andere kunnen wel sneller worden doorgevoerd.
De inspectie gaat kijken of de periode voor wederhoor na een onderzoek korter kan, van vier naar twee weken. Op die manier kan een onderzoek sneller worden afgerond. Ook wil Onderwijs dat er hogere boetes komen op overtredingen, en deze makkelijker kunnen worden uitgedeeld, ook als een overtreding al tot het verleden behoort.