„Woningprijzen pieken in heel Nederland”
Door de aanhoudende prijsstijgingen zijn woningen in heel Nederland in doorsnee inmiddels duurder dan tijdens de vorige piek van 2008. Dat concludeert woningmarktonderzoeker Calcasa in een nieuw rapport over de woningmarkt. De onderzoekers wijzen wel op de grote regionale verschillen.
Sinds het tweede kwartaal van 2013 zijn de huizenprijzen almaar opgelopen. Dit resulteert volgens Calcasa in een “virtuele winst” voor bijna elke woningbezitter. Mensen die in 2008 een huis kochten zijn gemiddeld gezien het minst gunstig af, met een potentiële winst van gemiddeld 54.000 euro. Wie tijdens de dip in 2013 een woning aanschafte, zou bij een verkoop nu circa 88.000 euro winst maken.
Mensen die voor 2004 een woning kochten, hebben de grootste winstpotentie als zij hun huis nu zouden aanbieden op de markt. Voor kopers in 2004 gaat het door de bank genomen om 90.000 euro winst. Wie in 1993 een huis kocht, kan dit met een gemiddelde winst van 246.000 euro van de hand doen.
Huizenbezitters in Bloemendaal zagen de waarde van hun woningen de voorbije jaren het hardst oplopen. Sinds 2013 steeg de virtuele winst in deze gemeente in doorsnee met 350.000 euro. In het Groningse Pekela werden huizen in de periode zo’n 22.000 euro meer waard.
De prijzen in het westen van Nederland zijn sinds 2013 het snelst gestegen, en dan met name in de grote steden. In Amsterdam stegen de huizenprijzen in doorsnee met 76,4 procent, gevolgd door Utrecht (63,7 procent), Rotterdam (61,5 procent) en Den Haag (57 procent).
Het herstel in de rest van Nederland verliep volgens de onderzoekers veel langzamer. Calcasa noemt als voorbeelden Noordoost-Groningen, Overijssel, Noord- en Midden-Limburg, Zuidwest-Friesland en Zeeuws-Vlaanderen waar prijsstijgingen zijn achtergebleven.