Na jaren pensioenoverleg nu witte rook
Kabinet en sociale partners zijn het na jaren overleg eens geworden over nieuwe pensioenafspraken. Maar wat behelst het principeakkoord dat door de vakbonden nog wordt voorgelegd aan de leden?
In het akkoord staat dat de AOW-leeftijd tot 2022 wordt bevroren op 66 jaar en 4 maanden. Deze loopt daarna op tot 67 in 2024, waarmee de stijging veel langzamer is dan gepland. Werkgevers, vakbonden en kabinet gaan onderzoeken of de AOW-leeftijd in de toekomst gekoppeld kan worden aan 45 dienstjaren.
Mensen met zwaar werk krijgen de mogelijkheid om eerder te stoppen door afspraken in de cao. Voor bepaalde groepen worden afspraken gemaakt waardoor werknemers tot 3 jaar voor de AOW-leeftijd kunnen stoppen. De boete die stond op eerder stoppen wordt deels geschrapt.
Toeslagen voor onregelmatig en zwaar werk kunnen belastingvrij worden gespaard voor eerder stoppen. Ook kunnen hiervoor 100 weken verlof worden opgespaard. Dat was 50 weken. Ook komt er een fonds van 800 miljoen euro voor onder meer investeringen in duurzame inzetbaarheid en scholing. Deze afspraken zijn tijdelijk tot 2025. In de tussentijd wordt gewerkt aan structurele maatregelen.
Verder komt er een ander soort pensioenuitkering. Belangrijk verschil met nu is dat pensioenfondsen minder hoge buffers hoeven aan te houden. Daardoor kunnen bij voldoende rendement de pensioenuitkeringen en -opbouw gemakkelijker meestijgen met de prijzen.
De kans op kortingen op de pensioenen wordt kleiner. Afgesproken is dat een korting niet meer nodig is als het pensioenfonds een dekkingsgraad heeft van 100 of meer. Dit geldt momenteel voor de overgrote meerderheid van de fondsen.
Door afschaffing van de zogenaamde doorsneesystematiek, die de inleg van jongeren nu nog lager waardeert dan die van ouderen, gaat iedereen straks dezelfde pensioenpremie betalen. Afgesproken is dat hierdoor geen groepen erop achteruitgaan. Een stuurgroep houdt in de gaten of het nieuwe contract aan alle afspraken voldoet. Als dit zo is, volgt definitieve wetgeving.
Met de nieuwe pensioencontracten kunnen zzp’ers straks eenvoudiger pensioen opbouwen. Het wordt fiscaal ook aantrekkelijker om zelf voor pensioen te sparen. Verder hebben de partijen afgesproken dat er een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering komt voor zzp’ers, die nog verder wordt uitgewerkt met ruimte voor uitzonderingen, zoals in de agrarische sector.
Een voor werkgevers relevante maatregel is de beperking van het lage inkomensvoordeel en uitfasering van de regeling voor tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon (jeugd-LIV).