Timmerman uit VS munt uit met grondig proefschrift op Edwards
Een timmerman die een ingewikkeld proefschrift schrijft over de filosofische achtergronden van theoloog Jonathan Edwards. Mark Hamilton uit Amerika volbracht dit huzarenstukje. „Een vloed van filosofische ideeën vinden in Edwards een ontlading.”
Misschien heeft Hamilton Edwards beter begrepen dan deze zichzelf begreep, liet promotor prof. dr. W. van Vlastuin maandag in zijn laudatio in Amsterdam weten. Hij prees Hamiltons vermogen om de ingewikkelde metafysische achtergronden van Edwards’ christologie uit te pluizen terwijl hij daarnaast zijn ‘gewone’ werk als bouwer van keukens verrichtte. Meestal werkte hij in de vroege uurtjes aan zijn proefschrift, voordat hij aan het werk ging. Naast zijn dagelijkse baan –„Ik ben een vierdegeneratie timmerman”– publiceerde hij artikelen in diverse internationale theologische tijdschriften.
Hamilton woont in Texas. Hij studeerde theologie aan Southwestern Baptist Theological Seminary (VS) en filosofie aan de universiteit van Bristol (Engeland). Na zijn promotie gaat hij –naast zijn gewone werk– aan de slag als redacteur van gereformeerde dogmatische studies.
Niet gemakkelijk
Edwards is niet gemakkelijk om te lezen, weet Hamilton. „De meeste mensen lezen alleen zijn preken en verhandelingen, maar verdiepen zich niet in de vele filosofische aantekeningen die Edwards dagelijks verzamelde over allerlei soort onderwerpen, zoals: wat is een persoon, hoe begrijpen we het wezen van de tijd, is God werkelijk de oorzaak van alle dingen? De onderwerpen hadden betrekking op alle mogelijke aspecten van de werkelijkheid.”
Edwards zag de filosofie vanuit de traditie van de middeleeuwen als een instrument om de Bijbelse boodschap beter te verstaan, aldus Hamilton. „Hij respecteert als filosoof de grenzen van de kennis, maar is tegelijkertijd voortdurend bezig om die uit te testen. Tegenwoordig verdiepen theologen zich nog nauwelijks in filosofie, en zijn filosofie en theologie twee verschillende werelden geworden. Edwards ziet de hele wereld als door God uit het niets geschapen en door een voortdurende schepping in stand gehouden. Edwards wil vooral laten zien dat God de overvloeiende bron van alle leven is en dat de mens kan delen in die overvloed en vreugde vinden in Hem.”
De kern van het proefschrift ”Jonathan Edwards (1703-1758) on the Person of Christ” gaat over de christologie. Hamilton: „Je zou Edwards’ opvatting kunnen omschrijven als theologisch orthodox en filosofisch exotisch en dús origineel. Hij heeft geen specifieke christologie geschreven, zodat we al zijn opvattingen hierover uit verschillende werken bij elkaar moeten verzamelen. Edwards is primair een pastor, geen polemicus. De enige systematische verhandeling die hij over Christus schreef, is een preek over Zijn uitnemendheid.”
In zijn leer van de verkiezing stelt Edwards dat er twee fasen zijn, aldus Hamilton. „God verkiest eerst Christus en daarna in Hem de gelovigen. Willen individuen deel hebben aan de verzoening, dan moeten zij eerst verenigd zijn met Christus. De verkiezing van Christus legt het eerste begin van de verzoening in de eeuwigheid, de grondslag van de zaligheid, terwijl gelovigen door de eenheid met Christus de weldaden van de verzoening ontvangen.”
Relevantie
De relevantie van Edwards voor het huidige Amerika ziet Hamilton onder meer in zijn gedachte dat het doel van de mens is om God te verheerlijken en in Hem zijn vreugde te vinden. „John Piper is wat dat betreft iemand die Edwards populariseert. Actueel is ook wat Edwards schrijft over godsdienstige gevoelens. Hij legt daarbij de nadruk op het zelfonderzoek van een christen om te zien of hij werkelijk in het geloof leeft.”
Dat laatste aspect wordt door Amerikaanse christenen niet overgenomen. „Er is veel naamchristendom, met name in het zuiden van Amerika, waar sprake is van cultureel christendom. Paulus roept talloze malen op tot zelfreflectie. Dat heeft Edwards elke dag van zijn leven gepraktiseerd. Hij verbindt door middel van zijn filosofie de Bijbel, de christelijke traditie en onze werkelijkheid met elkaar.”