Uitleg: Bondgenoten op weg naar IS-tribunaal
Komt er een ad hoc-tribunaal in Irak of Syrië voor de berechting van voormalige IS-strijders, onder wie de Nederlandse? Op uitnodiging van Zweden schoof een Nederlandse delegatie maandag in Stockholm aan voor een topoverleg. Vier vragen.
Een topoverleg; houdt dat in dat er spoedig knopen worden doorgehakt?
Voorlopig ziet het daar nog niet naar uit. Sinds de val van het kalifaat, in maart, heeft een aantal opties op tafel gelegen; zowel in de Tweede Kamer alsook in de landen Zweden, Frankijk en Groot-Brittannië. Genoemde landen verkenden maandag de mogelijkheid van een zogenaamd ad-hoc tribunaal; te vestigen in Syrië of Irak.
Zo’n tribunaal zou dan moeten werken volgens het internationaal recht, en staat mede onder toezicht van de organiserende landen. Op een vergelijkbare manier functioneert ook het in 2017 opgerichte en in Den Haag gevestigde Kosovotribunaal.
Een definitief besluit zal waarschijnlijk minstens nog tot september duren. In die maand staat een tweede overleg gepland, in New York. Bovendien heeft het kabinet zijn volkenrechtkundig adviseur, professor André Nollkaemper, gevraagd een analyse op te stellen. Zijn advies wordt in juli verwacht.
Waarom duurt het zo lang?
Het op te richten tribunaal behoeft een verdragsrechtelijke basis waar Irak of Syrië en de initiatiefnemende landen het samen over eens moeten worden. Concreet houdt dat in dat ze onderlinge afspraken moeten maken over de te volgen procedures en de naleving van de mensenrechten. Omdat de rechtscultuur in Irak nogal verschilt van die in Europa is dat een lastige klus.
Kunnen de voormalige IS-strijders niet gewoon worden berecht door het Internationaal Strafhof?
Nee, vervolging door dit hof is niet mogelijk, omdat Syrië en Irak het niet hebben erkend.
Kunnen de genoemde landen, waaronder Nederlander, ook besluiten dat ze elk afzonderlijk hun eigen Syriëgangers berechten?
In theorie wel. Sommige deskundigen zijn daar warme voorstanders van, zoals bijvoorbeeld hoogleraar (contra)terrorisme Edwin Bakker en directeur Renske van der Veer van het International Centre for Counter-Terrorism (ICCT). Ook de ouders en de advocaten van sommige IS-gangers zien dat wel zitten. Ook die optie is echter gecompliceerd, bijvoorbeeld vanwege de vraag: hoe zorg je dat ze veilig in Nederland arriveren? Het kabinet wil in principe pas hulp aanbieden als IS-strijders eerst op eigen kracht de Nederlandse ambassade in Turkije of het consulaat in Erbil (Noord-Irak) hebben bereikt. Het verkennen van een ad hoc-tribunaal wordt in de Tweede Kamer royaal gesteund; onder andere door VVD, CDA, D66, SP, GroenLinks, PvdA, CU en SGP.
Het kabinet is overigens wel voorbereid op een (ongeplande) terugkeer van vrouwelijke kalifaatgangers en hun kinderen, zo onthulde NRC in februari. De meeste kinderen zullen belanden in de jeugdzorg of in een pleeggezin. De moeders wacht een verblijf in de terroristische afdeling van de gevangenis in Vught.
Naar schatting verblijven er momenteel ruim 130 volwassen Nederlandse IS-sympathisanten in Syrië.