Economie

Wie hypotheek als woningschuld ziet, maakt haast met aflossen

Hoe mensen tegen hun hypotheken aankijken, wordt vooral bepaald door hun woordkeuze. Pas toen ik versneld ging aflossen, besefte ik ten volle dat het gaat om een woningschuld.

Gerhard Hormann
31 May 2019 17:45Gewijzigd op 16 November 2020 16:10Leestijd 3 minuten
beeld ANP, Koen Suyk
beeld ANP, Koen Suyk

Die woordkeuze beperkt zich niet alleen tot dit onderwerp. Zo kun je betaalde arbeid zien als een Bijbelse opdracht of als het leveren van een maatschappelijke bijdrage waarvoor je toevallig ook nog een financiële vergoeding ontvangt. Veel mensen kunnen zich waarschijnlijk prima vinden in de neutrale omschrijving dat je als werknemer of zzp’er vakkennis verhuurt.

Geheel anders wordt het wanneer je een voltijdsbaan gaat definiëren als het verkopen van je vrije tijd in ruil voor geld of –erger nog– als het verkwanselen van je gezondheid. Daarbij gaat het overigens niet om de vraag welke definitie aansluit op de werkelijkheid of op iemands persoonlijke kijk op het leven.

Hypotheek

De eerste twintig jaar als huiseigenaar stond ik geen tel stil bij mijn hypotheek of bij het feit dat ik het woord ‘huiseigenaar’ in dit verband eigenlijk tussen aanhalingstekens zou moeten zetten. De maandelijkse rente en premie betaalde ik zonder erbij na te denken, met dezelfde vanzelfsprekendheid waarmee een huurder geld overboekt naar een huisjesmelker of woningcorporatie.

Daarmee geef ik al aan dat ik geen moeite heb met het lenen van een grote som geld voor de aanschaf van een huis. In zekere zin ben ik zelfs dankbaar voor het vertrouwen van de bank, aangezien ik mijn handtekening onder de koopakte zette als 25-jarige in een tijd dat mensen op die leeftijd zelden een huis kochten. Zonder instellingen die op eigen risico hypotheken verstrekten, zou er geen huizenmarkt zijn en bestonden er alleen huurders.

Pas toen de kredietcrisis uitbrak, vielen mij de schellen van de ogen. Niet alleen plaatste ik voor het eerst vraagtekens bij de slim gekozen term ‘aflossingsvrij’, ik besefte toen ook pas ten volle dat het woord hypotheek synoniem is aan woningschuld. Dat woord klinkt veel meer beladen en zet ook eerder aan tot daden. In die zin is het verklaarbaar dat er in advertenties wel wordt gesproken over hypotheken maar nooit over een hypotheekschúld.

Molensteen

Wie eenmaal met die bril naar het onderwerp kijkt, ontdekt dat er geen weg terug meer is. Wie de hypotheek als een molensteen om de nek of een loden last ziet, wil daar vanaf dat moment zo spoedig mogelijk van verlost zijn. In ons geval was dat de drijvende kracht achter een strak aflosschema dat resulteerde ik het geruststellende vooruitzicht geheel hypotheekvrij te zijn in het voorjaar van 2020.

Met nog driekwart jaar te gaan en zicht op de eindstreep, sloop echter een nieuwe beeldspraak mijn leven binnen en begon het automatisch incasso van de geldverstrekker steeds meer de gedaante aan te nemen van een greep uit de kas. Is het salaris eenmaal gestort, dan roomt de bank op de eerste dag van de maand meteen dertig procent van het nettoloon af. Zo kun je het dus ook zien: als een loonzakje waarmee je op weg naar huis eerst even verplicht langs de bank moet. Gelukkig hoeft dat in ons geval nog maar welgeteld negen keer.

De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer