Economie lijkt voorzichtig op te krabbelen
Hoewel de cijfers nog weinig reden geven tot vrolijkheid, lijken de vooruitzichten voor de Nederlandse economie iets beter te worden.
Uit nog vertrouwelijke cijfers van het Centraal Planbureau (CPB) blijkt dat de economische groei in Nederland volgend jaar iets hoger zal uitkomen dan twee maanden geleden werd gedacht. Toen gingen de rekenmeesters van het kabinet nog uit van een groei van 1,25 procent voor volgend jaar, in de jongste cijfers is dat 1,5 procent. Dat hebben ingewijden dinsdag gemeld.
Het kabinet gebruikt de cijfers voor het opstellen van de begroting voor volgend jaar, die op Prinsjesdag verschijnt. Met de nieuwe verwachte groei van 1,5 procent voor volgend jaar is het CPB weer terug bij zijn eigen eerdere voorspelling uit het Centraal Economisch Plan, dat in april uitkwam.
De voorspelling voor de groei in dit jaar blijft onveranderd op 1,25 procent. De lichte opleving is ook terug te zien in de werkloosheidcijfers, de koopkracht en het begrotingstekort. In juni ging het CPB nog uit van 520.000 werkloze Nederlanders dit jaar. Die prognose is bijgesteld naar 505.000. Ook voor volgend jaar schatten de rekenmeesters het aantal werklozen 15.000 lager in: van 565.000 naar 550.000. Overigens is er in vergelijking met eerdere jaren nog altijd wel een flinke stijging van het aantal werklozen te zien.
Het koopkrachtverlies wordt een kwartprocent lager ingeschat, zowel voor dit jaar (0,25 procent) als volgend jaar (1 procent). Het begrotingstekort zou ook iets lager uit kunnen vallen dan aanvankelijk gedacht. Waar gerekend werd op 3 procent dit jaar, komt het nu waarschijnlijk uit op 2,8 procent, voor volgend jaar is dat 2,6 procent in plaats van 2,7 procent. Nederland blijft dan beide jaren binnen de EMU-norm van een begrotingstekort van maximaal 3 procent.