De gemeente Groningen heeft zich beklaagd over het opvallend lage aantal energiebedrijven dat meebood op het gemeentelijke energiecontract. Den Haag heeft ook bij de NMa geklaagd over de aanbesteding van het gemeentelijke energiecontract, maar laat in het midden waarom.

De gemeente Groningen mag sinds twee jaar haar eigen energieleverancier kiezen, maar is sceptisch over de voordelen van de liberalisering. „De Europese aanbesteding die wij vorig jaar voor ons energiecontract hielden, was teleurstellend", zegt H. van der Wal van de gemeentelijke dienst Economische Zaken. „Er boden slechts twee energiebedrijven mee."

Het onderzoek van de NMa richt zich op de energiebedrijven Essent, Nuon, Eneco en Delta. De toezichthouder onderzoekt of er afspraken zijn gemaakt over de verdeling van de consumentenmarkt en de groothandelsmarkt voor stroom en gas. Onder die laatste vallen ook de grote gemeenten. „We baseren ons op meerdere klachten en tips uit verschillende hoeken", aldus een woordvoerster.

Energiebedrijf Essent, waarvan de gemeente Groningen aandeelhouder is, liet het stadsbestuur weten dat het geen bod uit zou brengen op het gemeentelijke energiecontract. „Essent schreef ons: Wij doen niet mee aan de prijzenoorlog, maar zijn wel een bijzonder geschikte kandidaat", zegt Van der Wal verontwaardigd.

„Het komt wel eens voor dat wij niet inschrijven op een openbare aanbesteding", zegt een woordvoerder van het energiebedrijf Essent. „Als energiebedrijf verdien je niet zoveel aan deze contracten. Maar tegelijkertijd eisen de grote gemeenten wel een zeer hoog serviceniveau."

De elektriciteitsvoorziening voor een stad is vaak bewerkelijker in vergelijking met een grote fabriek. „De gemeente Groningen heeft bijvoorbeeld in totaal 800 aparte elektriciteitsaansluitingen," zegt Van der Wal. „Maar energiebedrijven verdienen er desondanks genoeg aan."