Rekenkamer: Energierekening onnodig hoog voor burgers
De energierekening is hoger dan nodig is. Dat stelde de Algemene Rekenkamer woensdag in reactie op de jaarverslagen van het kabinet. En dat was niet het enige wat opviel in het rapport van de Rekenkamer. Een overzicht.
De overheid schat de uitgaven aan subsidies voor duurzame energie structureel te hoog in. Om deze kosten te kunnen betalen, is de energierekening voor burgers en bedrijven hoger. Maar doordat het kabinet vaak minder uitgeeft aan subsidies dan verwacht is de energierekening te hoog, aldus de Rekenkamer.
Voor de subsidie was in de jaren 2013 tot en met 2018 in totaal 7,7 miljard euro begroot. Daarvan is 2,5 miljard niet uitgegeven.
De subsidiepot wordt jaarlijks gevuld door een extra belasting op de energierekening. „Dat maakt realistisch begroten extra belangrijk”, vindt de Rekenkamer.
Begin dit jaar ontstond er ophef over de stijgende energierekening. Een gemiddeld huishouden betaalt 334 euro meer dan vorig jaar.
Werkdruk
Een andere opvallende conclusie van de Rekenkamer gaat over het onderwijs. Het is onduidelijk of het geld dat beschikbaar is om de werkdruk op scholen te verlagen, wel werkt. Toch maakt minister Arie Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs) al wel de volgende bijdrage over aan scholen, constateert de Rekenkamer.
Slob neemt hiermee het risico dat scholen het geld aan andere dingen besteden. De Rekenkamer roept hem op om concrete doelen te stellen voor het verlagen van de werkdruk op scholen. Een gemiddelde basisschool kreeg dit schooljaar circa 35.000 euro om de hoge werkdruk aan te pakken met de aanstelling van een onderwijsassistent of een vakdocent.
Zwart gat
Meer dan 500 miljoen euro gaf minister Kaag (Ontwikkelingssamenwerking) uit aan internationale klimaatmaatregelen. Maar het is niet goed te achterhalen wat er precies met dat geld is gedaan, constateert de Algemene Rekenkamer.
Nederland heeft met zeventien andere landen op de klimaattop in Parijs afgesproken dat ontwikkelingslanden hulp krijgen om hun CO2-uitstoot terug te dringen. Hiervoor werd een fonds opgezet van 100 miljard dollar.
„De minister geeft echter beperkt inzicht in waar de 578 miljoen euro aan is besteed”, schrijft de Rekenkamer. Ook de verantwoording aan de Tweede Kamer over deze uitgaven laat volgens het instituut te wensen over.
Onderhoud
De Algemene Rekenkamer uit ook kritiek op de aanpak van grote projecten door het kabinet. Ondanks de financieel gunstige tijd waarin Nederland zit, heeft de regering weinig oog voor het wegwerken van achterstallig onderhoud aan bruggen en wegen.
Het kabinet zet te veel in op nieuwe projecten, terwijl er op onderhoud van bestaande infrastructuur bezuinigd is. „Het boekhoudkundig afromen van het budget maakt bruggen, wegen, sluizen en IT-systemen niet goedkoper in onderhoud. Integendeel, te laat repareren wat kapot is gegaan, leidt vaak tot hogere kosten”, ziet de Rekenkamer.
Het geld dat het kabinet voor nieuwe projecten reserveert, krijgt het dan weer niet op tijd uitgegeven, constateert de Rekenkamer. Daardoor blijft het beschikbare geld op de plank liggen. Zo is het geld voor nieuw defensiemateriaal nog beschikbaar, omdat het aanschaffen van bijvoorbeeld nieuwe onderzeeboten veel tijd kost.
Ook het extra geld dat beschikbaar was voor meer personeel in de zorg is niet volledig uitgegeven. Het lukte zorginstellingen niet om alle vacatures ingevuld te krijgen door het tekort aan beschikbare mensen.